Fig. 6. Kaart van de gemeente Domburg met een overzicht van de archeologische
vindplaatsen. Legenda: duinvoet en laagwaterlijn volgens 1Topografische Kaart van
Nederland (verkend in 1960); 2) idem (verkend in 1856); 3) kaart van Hattingaf1750);
4) kaart van Roman Visscher (ca. 1655). Vindplaatsen: 1Nehalennia tempel volgens
Roman Visscher; 2woningen der Gothen volgens Roman Visscher; 3 en 4) vroeg-mid-
deleeuwse begraafplaatsen volgens kaartje J.C. Frederiks in De Man 1899; 5) In de
periode 1921-1938 werd op het strand een aantal doodskisten met skeletten aangetrof
fen met een onbekende datering (zie o. aArchief Zeeuwsch Genootschap 1922, XV,
XXII en 1924, X); 6) nederzetting Ijzertijd; 7) 1 lde-12de -eeuwse bewoning (Van Flee
ringen 1987, fig. 18); 8) grootste concentratie aangespoeld Romeins aardewerk (zie
tekst).
Poortvliet (afb. 1)
Van 29 augustus tot 4 september werd op verzoek van de provinciaal archeoloog
door de AWN afd. Zeeland een proefonderzoek ingesteld naar de sinds de ruil
verkaveling in de vijftiger jaren bekende Romeinse vindplaats ten zuiden van de
boerderij Klein Femée aan de Postweg ten oosten van Poortvliet op het eiland
Tholen. De vindplaats werd bedreigd door de aanleg van een drainage. In de 30
x 5 m grote put kon een NW-ZO lopende palenrij worden opgetekend bestaande
uit een achttal palen met een onderlinge afstand van ca. 1 en 2 m. De palen en bal
ken bleken van eikehout te zijn gemaakt7 en zijn gemiddeld 8 x 15 cm dik. De pa
len waren tot ca. 60 onder de top van de 10 cm dikke woonlaag in de onderlig
gende sterk humeuze klei gedreven. De top van de woonlaag lag op ca. 1,75 m -
N.A.P. De bovenkanten van de palen waren verkoold. Twee niet in verband
7. Zie noot 3.
136