zet, evenals de uitbreiding van de fotocatalogus van deel II van de atlas met nieuwe negatieven en afdrukken. De heer Soeters moest zijn jarenlange belangeloze werkzaamheid aan de concor- dansen helaas stopzetten. De commissie is hem voor het verrichte werk bijzonder erkentelijk. Zij heeft gegronde hoop dat een ander het van hem kan overnemen. Deel IV, de portretten en personalia, is in zijn geheel in passepartout gezet en daardoor beter hanteerbaar gemaakt. Uit de Zelandia Illustrata zijn 201 stukken geraadpleegd; het totaal aantal gebruikers is evenwel niet op te geven, aangezien deze door een reorganisatie van de studiezaaldienst van het Rijksarchief sinds 1 september niet meer afzonderlijk geregistreerd worden. Tot die datum hadden zich 63 belangstellenden voor de atlas gemeld. Fossiele zoogdieren De waarnemend conservator J.M. Moraal bericht als volgt: Op voordracht van de commissie werd ik in de ledenvergadering van december 1987 tot waarnemend conservator van deze afdeling benoemd. Op mijn verzoek werd de heer drs A.P.J. Bil, veearts te Vlissingen, tot subconservator benoemd. Wij zien als belangrijkste taak om alert te reageren op aanbod van nieuw mate riaal Daartoe werden reeds langer bestaande contacten nagetrokken, wat een po sitief resultaat had. Zo werden in 1987 uit de Oosterschelde nabij Colijnsplaat door een particuliere duikgroep fraaie fossiele beenderen opgedoken. Het meren deel daarvan behoort toe aan de wolharige neushoorn Coelodonta antiquitatis). Een tweetal hiervan is nieuw voor de verzameling van het Genootschap. Als bijzonderheid werd een schedel van een vrouwelijk exemplaar van het Rund mede opgenomen. Van deze schedel kan met zekerheid worden vastgesteld dat deze afkomstig is van een ras dat in Zeeland reeds lang niet meer wordt aangetrof fen. Bij een geregelde toelevering van skeletdelen, die door vissers op grotere afstand van de kust worden opgehaald is met name gelet op skeletdelen, die voorheen nauwelijks werden verzameld. Zo kon een tiental stuks hand- en voetwortelbeen deren van de mammoet worden aangekocht. Van de aangeboden gebitsdelen van de Mammoet werd voornamelijk aandacht besteed aan de premolaren, die nog een flinke uitbreiding behoeven in de verza meling. De nalatenschap van drs P. J. van der Feen omvat een aantal beenderen en stenen uit opgravingen afkomstig; deze zullen in de collectie worden opgeno men. In totaal werden meer dan 35 nummers ingeschreven. Al deze aanwinsten werden behandeld met conserverende middelen. In 1987 werd in het Zeeuws Museum een tentoonstelling ingericht om een indruk te geven van het waardevolle materiaal van deze verzameling voor exposities, de monstraties en studie. Tijdens de algemene ledenvergadering van het Genootschap, die in het Museum werd gehouden, werd een uiteenzetting gegeven over de oorsprong van de collec tie en de wijze waarop deze momenteel wordt ingepast in de behoefte aan kennis van de Geologie en Paleontologie. drs J.H.Kluiver, hoofdconservator XV

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1988 | | pagina 25