Fig. 8. Leren veldflesovertrek. Reimerswaal-Nieuwlande. Coll. R.J. Voeten, Breda. Schaal 1:3. menselijke aktiviteit, die globaal te dateren is in de lie-12e eeuw, op het niveau van het toenmalige maaiveld, werd het terrein opgehoogd met zavel, klei en plaggen. In een tweede fase werd in deze terpachtige ophoging een steil talud aangelegd met een daarbij behorende gracht. Gezien het gevonden aardewerk moet dit in de 11e-12e, hooguit in eerste helft van de 13e eeuw hebben plaatsge vonden. Met vrij grote zekerheid gaat het hier om een tweeperioden-vliedberg. De diameter van de hoge berg zal zo'n 30 meter hebben bedragen. In een latere fase is de hoge berg geslecht waarna het aldus ontstane hooggelegen oppervlak in gebruik is genomen als begraafplaats. Dit grafveld strekte zich uit tot over de voormalige gracht. Aangezien de torenfundering deze begraafplaats doorsnijdt, moet hij dateren van voor de aanleg van de toren (ca 1350). Zoals is gebleken uit het bouwhistorisch onderzoek vormt de toren de oudste steenbouw ter plaatse.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1989 | | pagina 181