rische uitgave die onderzoekers in staat zou stellen zich een beeld te vormen van het functioneren van een middeleeuwse stad op bestuurlijk, sociaal-economisch en cultureel vlak10. Voor dit project stonden meer steden kandidaat: Dordrecht, Groningen en Utrecht en als 'niet uitgesloten' ook Middelburg. Dat tenslotte juist Middelburg werd gekozen vond zijn oorzaak in de overweging dat voor de an dere in aanmerking komende steden al vrij veel bronnenmateriaal was gepubli ceerd en voor Middelburg nog zeer weinig. Unger deed de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën eind 1916 een voorstel voor deze bronnenuit gave. In overleg met de commissie werd het plan enigszins gewijzigd en 3 de cember 1917 kreeg Unger de officiële ministeriële opdracht voor het project11. Hij heeft zich ten koste van veel vrije tijd met grote ijver en nauwgezetheid van deze taak gekweten. Op zaterdagen werkte hij met een zetter van de firma Den Boer aan het gereedmaken van kopij, en menige regenachtige zondag bracht hij in het archief door ten behoeve van het selecteren en transcriberen van docu menten. Daarbij bleef het voor hem steeds een vreugdevolle arbeid, die, zoals hij in de inleiding van het derde deel schreef, 'amused me nearly fifteen years of my life'12. De publikatie kreeg een omvang van drie forse delen, waarmee niet alleen een grote hoeveelheid materiaal onder handbereik van onderzoekers werd ge bracht, maar ook inhoudelijk van de ondergang werd gered. Het werk aan deze RGP-uitgave resulteerde ook in een aantal artikelen over Middelburg in de middeleeuwen: een studie over de economische geschiedenis van Middelburg vóór de Bourgondische tijd (1918) en een zeer omvangrijke pu blicatie over Middelburg als handelsstad in de middeleeuwen (1935) Later pu bliceerde hij nog De geschiedenis van Middelburg in omtrek (1954), de eerste en nog steeds de enige samenvattende studie over Middelburgs verleden. Naast de sociaal-economische geschiedenis had Unger een voorliefde voor de geschiedenis van de bouwkunst. In 1923 verscheen zijn Oude huizen te Middel burg met een beschrijving en korte geschiedenis van de belangrijkste monumen tale woonhuizen van de stad, een werk dat veel heeft bijgedragen aan de waarde ring voor de historische woonhuizen in een tijd dat nog geen wettelijke bescherming van monumenten bestond. Vanuit deze studie is een veelomvatten- der werk tot stand gekomen, zijn Monumenten van Middelburg, waarin naast de woonhuizen ook de openbare gebouwen worden behandeld. Aan deze uitgaven lag een uitgebreid historisch onderzoek ten grondslag, waardoor nog juist vóór de brand van mei 1940 veel archief- en beeldmateriaal in druk werd vastgelegd. Belangrijk was vooral het onderzoek naar de bouwgeschiedenis van de abdij van Middelburg, waarmeer Unger als eerste lijn bracht in de gecompliceerde bouw geschiedenis van dit complex. Behalve deze grotere werken publiceerde hij nog tal van artikelen over gebouwen en bouwmeesters in Zeeland. Belangrijk waren ook zijn uitgaven van rechtsbronnen van steden en dorpen in Zeeland, die tussen de jaren 1917 en 1956 verschenen in de Verslagen en mede delingen van de Vereeniging tot uitgaaf van de bronnen van het oud-vader- landsch recht. In het verlengde hiervan lagen zijn publikaties over de steden van 10. Overzicht van de door bronnenpublicatie aan te vullen leemten der Nederlandsche Ge- schiedkennis ('s-Gravenhage 1904) 9-10. 11. Verslagen Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publicatiën 1916 en 1917. Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven 1916 II, 368; 1917 II, 567-568. 12. Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg in den landsheerlijken tijd, 3, XVII. 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1989 | | pagina 39