De administratieve staf van de kamer was verdeeld in een aantal afdelingen of
comptoiren, die onder de verschillende departementen ressorteerden. Het overige
personeel was bij een of meer afdelingen van een departement werkzaam. Het
overzicht geeft slechts een beeld van de indeling zoals die was aan het eind van
de 18e eeuw. In de loop der tijd hebben zich vanzelfsprekend veranderingen
voorgedaan. In het begin van de 18e eeuw was bijvoorbeeld het aantal vaartuigen
groter, maar de globale structuur - de verschillende pakhuizen, de equipagewerf
en de timmerwerf - zal rond het midden van de 17e eeuw al wel aanwezig ge
weest zijn.
In principe bepaalde anciënniteit welk departement door welke bewindhebber
werd beheerd26. De langst zittende bewindhebbers beheerden het departement
van de koopmanschappen, de jongst aangekomen bewindhebbers beheerden het
departement van de thesaurie, en de overigen beheerden het departement van de
equipage. Uiteraard kwamen veel uitzonderingen voor. Johan Cau, heer van
Domburg, (1653-1709) kwam in 1680 eerst in de thesaurie, ging in 1687 over
naar de koopmanschappen en begin 1688 'terug' naar de equipage27. Deze verde
ling van de verschillende departementen over de bewindhebbers zal mede inge
geven zijn door de zwaarte van het departement, maar vooral ook door de moge
lijkheden aan ongeregelde, extra inkomsten. Ten tijde van de oprichting van de
Compagnie zal bij het departement van de koopmanschappen de mogelijkheid
om deze emolumenten te krijgen het grootst zijn geweest omdat men hier betrok
ken was bij de aan- en verkoop van de verschillende goederen. Later, toen het
bedrijf sterk gegroeid was en veel personeel in dienst trad, zou met name bij het
departement van de equipage deze mogelijkheid zich voordoen. Wie waren deze
bewindhebbers en wat waren hun geregelde en ongeregelde inkomsten?
II. DE BEWINDHEBBERS VAN DE KAMER ZEELAND
Het voordragen en benoemen van bewindhebbers
Naast inwoners uit Middelburg hadden ook inwoners uit de steden Veere en Vlis-
singen belangen in de voorcompagnieën gehad en deze steden wensten hun aan
deel in de vaart op Azië met het nieuwe octrooi niet op te geven. Na lang onder
handelen en veel ruzie wisten deze steden ieder twee bewindhebberszetels in de
Zeeuwse kamer te krijgen - deze kamer werd dan ook kamer Zeeland en niet
kamer Middelburg genoemd28. Maar één van de Veerse afgevaardigden, De Mou-
cheron, verliet de Compagnie al in 1603, op een moment dat de kwestie van ver
vanging van bewindhebbers nog niet afdoende geregeld was. Zo is het niet dui
delijk of Comelis Somer van Veere de plaats van de Moucheron overnam29. In
ieder geval verloor deze stad in deze beginperiode één van haar twee zetels en
nog decennia later probeerde Veere, tevergeefs, de verloren zetel terug te krijgen.
26. Van der Doe, Wiggers.'De kamer Zeeland van de VOC',108.
27. Gaastra. Bewind en beleid bij de VOC, 263-265.
28. Ibidem, 25.
29. Unger.'Het inschrijfregister', 5.
56