Afb. 1. De pakhuizen van de Oost-Indische Compagnie aan de Rotterdamse Kaai te Middelburg. Gravure in de Cronyk van Smallegange, ca 1680. Er zijn later zelfs perioden geweest dat Veere geen enkele zetel bezette30. De 76 bewindhebbers van de voorcompagnieën werden de bewindhebbers van de zes VOC-kamers. In het octrooi van 1602 was vastgesteld dat door een na tuurlijk verloop, zonder gedwongen ontslagen, dit aantal terug moest worden ge bracht tot 60. Zoals gemeld zou Zeeland twaalf bewindhebbers krijgen. De be windhebbersplaatsen in Zeeland werden ingenomen door de dertien participanten van de VZC en Balthasar de Moucheron. Maar na het overlijden van Jan Meeus- sins en het terugtreden van De Moucheron in 1603 werden twee nieuwe bewind hebbers aangesteld. In 1604 waren er zelfs op één moment zestien bewindheb bers aanwezig in Zeeland31. Uiteindelijk is toch het overeengekomen aantal van twaalf bewindhebbers bereikt. In bijlage I is een overzicht gegeven van deze bewindhebbers van het eerste uur. Buiten de veertien bewindhebbers die zitting hadden ten tijde van de oprich ting van de Compagnie - 20 maart 1602 - is ook een aantal bewindhebbers opge- 30. DAS 1. 11; Notulen van de Staten van Zeeland 10-2-1617 en 24-11-1622. In 1791 had Middelburg tien en Vlissingen twee bewindhebbersplaatsen en Veere geen enkele. Bron: ARA, Radermacher, inv. 119. 31. Unger,'Het inschrijfregister', 4. 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1989 | | pagina 87