nomen die vlak daarvoor en daarna zitting hadden. Jan Meeussins woonde op 22 november 1601 voor het laatst een vergadering bij. Waarschijnlijk is zijn plaats ingenomen door Laurens Bacx, sedert 1597 een compagnon van Ten Haeff. Cor- nelis Somer en Jan Bouwens Schotte, burgemeesters van respectievelijk Veere en Vlissingen, werden op 29 april 1602 aangesteld tot bewindhebber32. De positie van De Moucheron is lastiger, omdat hij wel de jure benoemd is tot bewindheb ber, maar hij nooit aandelen heeft gekocht en alleen de bewindhebbersvergade ring van 30 maart 1602 heeft bijgewoond. De facto is De Moucheron geen be windhebber geweest33. Bij het samengaan van de Middelburgse Compagnie en de Veerse Compagnie is er waarschijnlijk meer sprake geweest van een uitbreiding van de compagnie van Ten JJaeff, dan van een fusie van twee gelijkwaardige partners. JJet blijkt na melijk dat van de compagnons van De Moucheron alleen Le Clerq en Meunicx bewindhebber werden bij de VOC. De Moucheron inbegrepen, waren drie van de veertien bewindhebbers van de kamer Zeeland afkomstig van de VC, maar zowel Le Clercq als Meunicx waren al na de eerste equipage van de VC in 1598 overgestapt naar de MC van Ten Haeff. Dus ten tijde van de oprichting van de VZC in 1600 waren zij al compagnons van de MC. De overige bewindhebbers van de kamer Zeeland waren allen handelspartners van Ten Haeff. Toen het De Moucheron niet gelukt was in de VOC vaste voet aan de grond te krijgen, bleef hij met een aantal getrouwen buiten de Compagnie in een vertwijfelde poging om nog handel te drijven op Azië totdat hij jaren later totaal verarmd in Frankrijk overleed34. De Zuidnederlandse immigranten met hun kennis, kapitaal en relaties, zorgden voor een belangrijke bijdrage aan de Noordnederlandse expansie van na 158535. In Amsterdam hadden veel Zuidnederlanders zich verenigd in de Brabantse Compagnie (één van de voorcompagniën); bij de oprichting van de VOC waren dan ook elf van de 23 bewindhebbers van de kamer Amsterdam van Zuidneder landse afkomst. In Zeeland was het Zuidnederlandse element vooral vertegen woordigd in de VC van De Moucheron, die zelf in 1585 van Antwerpen naar Zeeland was verhuisd36. Uit het bovenstaande is gebleken dat het ontstaan van de VZC vooral ten koste is gegaan van de VC en hierdoor zal waarschijnlijk, anders dan in Amsterdam, het Zuidnederlandse aandeel in de kamer Zeeland vrij gering geweest zijn. In ieder geval minder dan de helft. Bij de kapitaalinschrijving in het eerste aandeelhoudersregister, in het bijzijn van een of meer bewindhebbers, hadden de participanten of aandeelhouders in Zeeland voor 1.300.405 ingeschreven37. Buiten dat de bewindhebbers bedragen op eigen naam inschreven, deden ze dit ook veelal op naam van anderen. Vol gens Unger zou het onjuist zijn te menen dat deze meervoudige participanten die bedragen zelf fourneerden. Regel zal zijn geweest, dat derden die bedragen aan de bewindhebbers gaven; hierop wordt later nog teruggekomen38. In ieder geval hadden de bewindhebbers bij 30% van het totale ingeschreven bedrag gepartici- 32. Unger,'De resoluties der Compagnie', 4 en 11. 33. A. Prinsen, Balthazar De Moucheron. Voorloper van de VOC (Middelburg 1987) 9. 34. Unger,'De resoluties', 6-8. 35. Boxer,The Dutch seaborne empire20. 36. Gaastra,De geschiedenis van de VOC26-29. 37. De Heer,Bijdrage tot de financiële geschiedenis, 23. 38. Unger,'Inschrijfregister', 5. 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1989 | | pagina 88