stede t'exerceren het ambacht van de chirurgie zonder behoorlijck geexamineert te wesen ende het recht van den gildebrieff voldaen te hebbene volgende xxiij artikel desselfs briefe. Es met rade geaccordeert dat gheen vreemde meesters van buijten alhier comende en zullen mogen practiseeren in chirurgie dan behoorlijck gheexamineert zijnde bij eenen doctoor ofte licentiaet in medicine ende meesters van der ambachte ende mits ten prouffijte van 't zelfde gilde voor hun incompste betalende vier schel), grooten naer ouder costuijme. daer voren zij zullen mogen practiseren drije maen- den conformselic het xxiii artikel van de voorss. gildebrieff, Ende ingevalle ye- mande daer toe ter instructie van den dekene van den ambachte bij de knape van de gilde ofte eene stedebode geïnsinueert zijnde hem vervorderde daerenboven te practiseren zal voor d'eerste reijse verbeuren die boete van vijff pont de stede een halff pont, voor de tweede reijse de boete van thien pont de stede een pont, al te hants te pandene, ende voor de derde reijse gelijcke boete, ende zal noch staen tot arbitrale correctie van burchmeesteren ende schepenen, mits dat de voorss. boete zal gedeelt worden in drijen, een derdendeel daer van ten behouffe van den bailliu een derdendeel voor he't gilde ende een derdendeel voor de armen. Ende onderstont gescreven geextraheert vuijt het register vande commissie van den raet der stede van Ziericxsee ende naer collatie bevonden daermede te concor deren bij mij. Ende was ondertekent G Cis Yemans Spaans beleg en bevrijding De stad kwam daarna in het langdurig beleg - van 30 October 1575 tot 29 juni 1576 - door generaal Mondragon. Bij de verzorging van de door beschieting en schermutselingen ontstane verwondingen is vooral de zo juist genoemde chirur gijn Claas Egbersse van betekenis geweest. Uit de verantwoording in zijn bij het stadsbestuur ingediende rekening na het beleg, blijkt veel over de aard van de vaak ernstige kwetsuren. Men kan het belangwekkend verslag hierover lezen in de publicatie van dr J. Pot (1931), die ook een proefschrift over het Zierikzees beleg heeft geschreven (1925)87. Tijdens het beleg is er in de vroedschap nog een besluit genomen in verband met een besmettelijke ziekte: '6 maij 1576 be sluit om gestorven beesten te begraven of buyten de Noorthaven aan 't Leproos- huys, of in 't water te werpen.' Na het beleg, op 24 december 1576 is er als korte notitie in het raadsresolu- tiesregister, dl CD, fol. 29 'Zeker Claas Egbersse medicijn-chirurgijn krijgt toe lage op zijn jaarlijks pensioen van 25 Rijnse guldens, echter met vernietiging van zijn vrijdom van accijns als schepen'. Blijkbaar heeft het stadsbestuur behoefte gevoeld om van haar dankbaarheid jegens deze chirurgijn voor zijn tijdens het beleg bewezen diensten blijk te geven, maar ze bezuinigt tegelijk toch op de ac cijnsvrijdom. Claes Egbertsz. is getrouwd geweest met Jacomijntghen Cornelis van de Velde. Op 8 februari 1600 zijn gedoopt hun kinderen Cornelis, oud 4 jaar en Lienert, oud 8 weken. Getuigen waren onder meer: Jan Fremelius, chirurgijn en jonker Jacques van Borssele88. 87. J. Pot, Het beleg van Zierikzee (1575-1576), Leiden 1925; Een doktersrekening uit de 16e eeuw, Ned. Ts. v.Geneesk., 75, 1128-1152. Van Andel, Chirurgijns, 98-100 geeft uit deze reke ning enkele frappante bijzonderheden. 88. RAZ, Verzameling P.D. de Vos, inv. nr. 5, extracten doopboeken Zierikzee. 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1990 | | pagina 103