Op 26 december 1590 komt met attestatie Jan Hendricksz., chirurgijn aan de
suytzijde van de haven en Ydeken Jans sijn huisvrou.
Op 5 juli 1592 doet belijdenis mr Jan Pietersz., chirurgijn, man van Jenneken 't
vroedwijff90.
Het stadsbestuur heeft zich ook nu nog van de hulp van de belangrijkste chirur
gijn tijdens het beleg, met name voor de pestbestrijding, verzekerd willen hou
den. Het raadsresolutiesregister dl. CD, fol. 203 zegt hierover:
14 dec. 1592, mr Claas Egbersse gage van 25 gl. tot 50 gl. verhoogt, mits des
noods de stad als pestmeester ten dienste staande. Op 7 februari 1593 wordt hem
boven de gunste hem eertijds gedaan nog 2 gl. per week toegelegt.
Het raadsresolutiesregister vermeldt op 25 september 1594 het verzoek van de
reeds genoemde mr Jan Noreth, die op 3 april 1594 was getrouwd met Mayghen
Adrian Kellenaerts, om een chirurgiewinkel op te mogen zetten. Voor de daartoe
eerst vereiste proeve krijgt hij 'tot die kosten 1,-'.
Op 8 mei 1595 worden de afzonderlijke pestbegravers afgeschaft. Misschien
was toen - althans tijdelijk - het aantal sterfgevallen door pest afgenomen.
6 april 1597 deed belijdenis in de Hervormde kerk mr Comelis Pils, chirurgijn,
jong gezel, wonende naast mr Passchier. Deze Comelis Pils (1562-1617) is ver
moedelijk de zoon geweest van dr Jacob Pilse, die eerder in dit hoofdstuk reeds
werd genoemd. Op 14 mei 1600 huwde hij met Lysebeth Lievens Schenk. Hun
dochter Neelken huwde in 1643 met Dirck Pinte, chirurgijn te Vlissingen91.
Strijd tegen beunhazerij
Ook tegen het einde dezer eeuw blijkt nog eens hoe het chirurgijnsgilde zich, als
vakorganisatie, verzet tegen bedreigende factoren als beunhazerij en kwakzal
verij, nu in krassere bewoordingen dan in het request van 1575, daarbij steun
zoekend bij het stedelijk bestuur. Zo is er op 10 October 1599 een verzoek ge
weest tot wering van 'practiseerende landlopers, bedriegelijke stoutvossen en
quacksalvers', die hier op hoogtijdagen hun banieren plaatsen en 't gewone volk
bedriegen. Het gilde vraagt om maatregelen gelijkelijk als naburige steden Mid
delburg en Goes reeds deden gelden92.
90.
91.
92.
Van Hoorn, 'Verloskunde', I, 27-46, i.h.b. 30.
De Vos, Vroedschap, 30.
SAZ, Archief chirurgijnsgilde, inv. nr. 19a.
75