'MENSCHLIEVENHEID EN EIGEN BELANG' DE BEHANDELING VAN DE SLAVEN AAN BOORD VAN DE SCHEPEN VAN DE MIDDEL- BURGSCHE COMMERCIE COMPAGNIE M. J. Eijgenraam Inleiding In de 18e eeuw was de slavenhandel een bloeiend bedrijf. Slaven werden in Afrika gekocht, per schip naar Amerika vervoerd, en daar vervolgens verkocht aan plantage-eigenaren. Op de plantages in Amerika was namelijk grote behoefte aan goede arbeidskrachten om bepaalde, in Europa fel begeerde produkten zoals suiker, te kunnen verbouwen. Omdat al snel gebleken was dat de oorspronkelijke Indianenbevolking van Amerika niet bestand was tegen de door de Europeanen opgelegde dwang en de ziekten die zij met zich meebrachten, moesten er elders arbeidskrachten worden gevonden. De Afrikaanse negers bleken beter onder dwang te kunnen werken, en waren bovendien beter bestand tegen de Europese ziekten. Zij werden dan ook in groten getale uit Afrika gehaald'. Ook de Nederlanders hebben zich met de slavenhandel bezig gehouden. Tot het begin van de 18e eeuw had de West Indische Compagnie (W1C) het handels monopolie van de slavenhandel in Nederland. De WIC kon dat monopolie echter niet behouden, en stond, tegen betaling van recognitie, in 1730 haar slavenhandel grotendeels af2. Daarna konden allerlei bedrijven en compagnieën zich met de slavenhandel bezighouden. Ook de in 1720 opgerichte Middelburgsche Commer cie Compagnie, die eerst alleen handelde in 'gewone' goederen, begon, toen de mogelijkheid geboden werd. een levendige handel in negerslaven. Al in 1732 reedde zij haar eerste slavenschip uit. Daarna werd de slavenhandel voor de Commercie Compagnie steeds belangrijker, en na 1756 was het zelfs haar be langrijkste handelsactiviteit geworden. Het hoogtepunt van deze handel lag voor de Commercie Compagnie tussen 1756 en 17803. De slavenhandel bracht echter de nodige problemen met zich mee. Slaven moesten in Afrika gekocht worden, en vervolgens naar Amerika worden ver voerd. In de 18e eeuw was een zeereis echter niet zonder risico's. Beter gezegd: een zeereis was een hachelijke onderneming. De schepen waren nog niet erg be trouwbaar en konden gemakkelijk vergaan. Binnen de beperkte ruimte van een schip braken vaak allerlei ziekten uit, en men wist nog niet goed wat men daarte gen kon doen. En op een slavenschip, waar vele slaven in een beperkte ruimte moesten 'leven', waren de risico's van besmettelijke ziekten groot. Bovendien was er altijd nog de kans op een slavenopstand. Want hoewel de slaven in prin cipe geboeid werden vervoerd, althans de mannen, kwamen opstanden toch voor. 1. De schattingen hierover lopen zeer uiteen, en variëren van 5 tot 25 miljoen slaven. Van Dantzig schat het totaal aantal naar Amerika gevoerde slaven op 20 miljoen. Van Dantzig. Nederlandse aandeel, 107-108. Rawley schat dit aantal op meer dan 12 miljoen. Rawley, Transatlantic Slave Trade, 425. 2. Unger,'Slavenhandel', 4. 3. Ibidem, 5-12. 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1990 | | pagina 107