zouden worden, en goederen die gebruikt zouden worden om in Afrika de slaven
te kopen, naar Afrika7. Het deel van het cargazoen dat ingeruild werd tegen sla
ven bestond meestal voor meer dan de helft uit textiel. Ook geweren, pistolen,
messen, kruit, spiegels, brandewijn, tabak en snuisterijen werden vaak gebruikt
om slaven te kopen8. In Afrika werd dit cargazoen dan gebruikt voor het verwer
ven van een aantal slaven, het armazoen. Deze lading slaven werd vervolgens
naar Amerika getransporteerd, en daar verkocht. Van het met de slavenverkoop
verkregen geld kocht men vervolgens produkten als suiker, koffie, cacao en
tabak, en deze produkten werden later in Europa weer verhandeld9.
Voordat een slavenreis werkelijk kon beginnen, moest natuurlijk eerst een
schip worden klaargemaakt, de bemanning worden aangemonsterd, en het carga
zoen worden samengesteld. De schepen van de Commercie Compagnie waren
over het algemeen vrij klein; het grootste schip was de Brandenburg met ruim
127 lasten10. Het slavenschip was altijd bewapend met geschut. Men moest zich
op zee kunnen beschermen tegen de gevaren van zeerovers. En ook in geval van
een slavenopstand waren kanonnen noodzakelijk. De schepen van de Commercie
Compagnie hadden tussen de 6 en 24 kanonnen aan boord. Op een slavenschip
voeren gemiddeld 36 bemanningsleden mee. Dat was meer dan gebruikelijk was
voor koopvaardijreizen. Bij de slavenreizen was de dienst echter veel zwaarder,
en waren de gevaren groter. Ook weer met oog op een eventuele slavenopstand
werd een zo grote bemanning meegevoerd11. De belangrijkste van deze beman
ningsleden was de kapitein. Hij hield, samen met de opperstuurman, een
scheepsjournaal bij. Hierin werd dagelijks de weersgesteldheid vermeld, en wer
den de koers en de aan boord voorgevallen bijzonderheden opgetekend17.
De schepen vertrokken vaak in de winter uit Europa. In het voorjaar zou men
dan in Afrika gebruik kunnen maken van een gunstige wind langs de kust van
Guinee13. De reis van Zeeland naar de Guinese kust duurde gemiddeld twee tot
drie maanden. Naar Angola duurde de reis meestal iets langer14. Omdat er bij de
Commercie Compagnie niet zoiets bestond als een apart schip dat speciaal ge
schikt was voor de slavenhandel15, moesten er in Afrika bepaalde verbouwingen
van het schip plaatsvinden om de slavenvertrekken in orde te maken. Hiervoor
werden geprefabriceerde houten constructies gebruikt. De afscheiding tussen het
mannen- en vrouwengedeelte werd klaargemaakt, evenals de slavenkombuis.
Ook werden er aparte toiletten gemaakt voor de slaven16. 'De timmerman begint
aan 't zette van het vrouwe huysie agter op' wordt in het journaal van de Zee-
mercuur I gemeld, en even later 'De timmerman maakt het manshuysie claar'17.
In Afrika begon men zo snel mogelijk met het inhandelen van de slaven. Tij
dens de periode van de vrije handel, dus na 1730, was het gebruikelijk dat sche-
7. Unger, 'Slavenhandel', 18.
8. Van Dantzig, Nederlandse aandeel, 94; Unger,'Slavenhandel', 28-30.
9. Unger, 'Slavenhandel', 18.
10. Ibidem, 109.
11. Ibidem, 20-21.
12. Ibidem, 23.
13. Van Dantzig, Nederlandse aandeel, 88.
14. Unger, 'Slavenhandel', 38.
15. Ibidem, 19.
16. Van Dantzig, Nederlandse aandeel, 87; Unger, 'Slavenhandel', 39.
17. Archief MCC, inv. nr 1405, d.d. 11 feb. 1788 en d.d. 29 feb. 1788.
79