Dat de mannen de hele reis geboeid werden gehouden wordt ook uit de diverse
chirurgijnsjoumalen duidelijk. Regelmatig wordt gemeld dat de slaven bij begin
nende ziekte onmiddellijk uit de boeien werden gehaald. De chirurgijn van de
Geertruyda en Christina schrijft dat, als er scheurbuik wordt geconstateerd, on
middellijk maatregelen worden genomen: 'liet deselve by de eerste ontdekkinge
van dien uyt unne boeyjen ontsluyten om haar soo veel als mogelyk was in be
weging te houden'57. De negerinnen waren waarschijnlijk niet permanent ge
boeid. Zij waren minder lastig en opstandig. Dat niet alle vrouwen zo gehoor
zaam waren, blijkt wel uit de opmerking van de chirurgijn van de Zeemercuur II,
dat hij 'een vrouwslaaf gestraft zynde' gesmeerd heeft met een zalfje58.
Niet alle slaven lieten zomaar met zich sollen. Soms vielen ze bemanningsle
den aan. In het journaal van het Vergenoegen staat: 'De bootsman is door een
neger met een mes in de rug gestoken; is buyten gevaar'59. Echte slavenopstan
den waren bij de Commercie Compagnie vrij zeldzaam60. Men probeerde opstan
den natuurlijk zoveel mogelijk te voorkomen. Hiervoor maakte men soms ge
bruik van informanten bij de slaven. Als er een opstand was, was die zelden op
volle zee, maar meestal aan de kust. Zelfs als de slaven op zee succes zouden
hebben met een opstand, zouden ze daarna toch nooit in staat zijn het schip te be
sturen, en konden ze nooit hun vaderland meer bereiken61.
Het voedsel van de slaven
De slaven kregen op een slavenschip twee maal per dag te eten; 's morgens om
9 uur en 's middags om 5 uur. Waarschijnlijk werd hun voedsel in een grote bak
gedaan, waar dan verschillende slaven tegelijk uit konden eten. In zijn journaal
vermeldt de chirurgijn van de Eenigheid dat een manslaaf 'aan de bak zat te
eeten'62. Het voedsel van de slaven bestond voornamelijk uit gort en paardebo-
nen: 's morgens gort, en 's middags paardebonen, of andersom, of de ene dag al
leen gort, en de andere dag alleen paardebonen. Dit om enige afwisseling in het
menu aan te brengen63. Door de gort werden wel kleine stukjes spek gedaan, en
de bonen werden met wat palmolie smakelijker gemaakt. Men probeerde er voor
te zorgen dat de slaven iedere dag ook iets extra's kregen. Drie keer per week
kregen ze een scheepsbeschuit, en af en toe kregen ze wat brandewijn, of tabak
en pijpen64.
Een enkele chirurgijn merkt op, dat het voedsel van de slaven niet erg goed
was. Zo vindt de chirurgijn van de Zeemercuur II het niet verwonderlijk dat de
slaven af en toe ziek worden, omdat ze steeds paardebonen moeten eten 'die nu
57. Archief MCC, inv. nr 435, 49.
58. Vrijman, Slavenhalers98; Archief MCC, inv. nr 1418, d.d. 27 nov. 1792.
59. Van der Vlis, 'De reis van het fregatschip "Het Vergenoegen" 13.
60. Priester, 'Slavenhandelaren', 16. Op het totale aantal van 113 slavenreizen van de Com
mercie Compagnie vond er zeven keer een oproer plaats. Voorts wordt er acht keer melding ge
maakt van een voornemen tot oproer, en worden nog zes vluchtpogingen geregistreerd.
61. Unger, 'Slavenhandel', 57; Van Dantzig, Nederlandse aandeel102-103; Hezemans, 'At
lantische slavenhandel', 39-40.
62. Archief MCC, inv. nr 390, d.d. 27 juni 1762.
63. Gallandat, 'Onderrichtingen', 441.
64. Vrijman, Slavenhalers, 102; Van Andel, 'Geneeskunde', 629.
85