thode; daarna werd vermeld hoeveel slaven aan die ziekte waren komen te over
lijden. Voorin werd een register van alle aan boord voorgekomen ziekten gege
ven, en werd het aantal slaven genoemd dat aan die ziekte had geleden tijdens de
reis (zie afbeelding 1). Deze lijst geeft een aardig beeld van de ziekten, ook de
niet-dodelijke, die aan boord van een slavenschip zoal voorkwamen. Het is inter
essant om te zien dat er kennelijk, afgezien van de scheurbuikpatiënten, over het
algemeen relatief veel slaven genazen77 (zie hiervoor ook bijlage 1tabel 1
De dagelijkse praktijk aan boord van een slavenschip was, dat de chirurgijns
's morgens de slaven moesten inspecteren, en moesten kijken of ze niets man
keerden78. Deze inspectie kon aan dek gebeuren of in de slavenverblijven, nadat
de roosters die op de luiken lagen geopend waren. De chirurgijn keek wie er ziek
was 's mergens met het openen van de roosters gelyk de mennier is om omlaag te
oorende en siende'79. De zieken werden, als dat mogelijk was en er niet te veel
waren, gescheiden van de gezonde slaven. Maar de ruimte hiervoor was maar be
perkt. En zo kon men zelfs bij een besmettelijke ziekte niet altijd de zieke slaven
apart houden80. Wel moesten de slaven steeds zo goed mogelijk behandeld wor
den. De mogelijkheden binnen scheepsboord waren echter beperkt. De chirurgijn
van de Zeemercuur II klaagt dat hij een zieke vrouwslaaf 'binnen scheepsboord
zoo niet kon bedienen zooals wel behoorden gedaan te worden'. Maar hij lijkt
van deze chirurgijns wel degene met het meeste plichtsbesef te zijn81.
In de 18e eeuw had men heel andere ideeën over ziekten en de oorzaken daar
van dan wij in onze moderne tijd hebben. Hoe ziekten precies ontstonden be
greep men eigenlijk niet. Het waren dan ook feitelijk vaak meer de symptomen
dan de oorzaken van de ziekten, die men bestreed. Eén van de ideeën over het
ontstaan van ziekten was, dat het 'mechanisme' van het lichaam ergens verstoord
was. 'Leven' betekende bewegen, en ziekte werd dan gezien als een 'tegenna
tuurlijke' beweging in het lichaam. Men hechtte in de 18e eeuw ook veel waarde
aan omgevingsfactoren bij het verklaren en bestrijden van ziekten. Zo probeerde
men bijvoorbeeld een relatie te ontdekken tussen het weer en de voorkomende
ziekten, en zo te voorspellen onder welke weersomstandigheden bepaalde ziek
ten optraden. Ook ging men er van uit, dat in een vertrek een 'smetdamp' of
'miasma' aanwezig kon zijn. Deze smetdamp veroorzaakte ziekten, en moest be
streden worden door dat vertrek goed te luchten en schoon te maken. Ook de
ideeën van de vier lichaamsvochten, namelijk zwarte gal, gele gal, slijm en
bloed, waren algemeen verspreid82. Bij iemand die ziek was, was het evenwicht
tussen deze vochten verstoord. Men probeerde dan, door middel van aderlaten,
het laten braken, of doen laxeren, het evenwicht tussen de lichaamsvochten weer
77. Het journaal van de Geertruyda en Christina ging, volgens het opschrift, alleen over de
slaven. Alle andere journalen behandelden zowel de slaven als de bemanning. Tussen deze
beide afdelingen was steeds een duidelijke scheiding.
78. Unger, Slavenhandel, 145; Gallandat. Onderrichtingen, 457-458.
79. Hezemans, 'Atlantische slavenhandel'. 38; Archief MCC, inv. nr 1418, d.d. 20 apr. 1793.
80. Vrijman, Slavenhalers, 104.
81. Archief MCC, inv. nr 1418, d.d. 13 apr. 1792.
82. Deze ideeën zijn terug te voeren op de theorie van de vier lichaamssappen van Galenus,
een Grieks geneesheer uit de tweede eeuw na Christus. Op de menging van deze lichaamsvoch
ten berustte het temperament.
88