ARCHEOLOGISCHE KRONIEK VAN ZEELAND OVER 1989. R.M. van Heeringen Inleiding De opzet van de kroniek is dezelfde als in voorgaande jaren. Bij de samenstelling is een selectie toegepast. Alleen vondsten die goed kunnen worden geïllustreerd of die het waard zijn in een wijdere context te worden geplaatst, zijn opgenomen. Een volledig overzicht is te vinden in het jaarverslag van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) 1989 en een verkorte versie in het bul letin van de Werkgroep Historie en Archeologie van het Zeeuwsch Genootschap Nehalennia 79, herfst 1990, 17-23). Tenzij anders vermeld zijn de tekeningen en foto's gemaakt op de tekenkamer en in het fotoatelier van de ROB te Amersfoort. Handgevormd aardewerk is op doorsnede wit weergegeven, gedraaid aardewerk zwart. De vindplaatsen zijn weergegeven op fig. 1. Tussen haakjes staat de archeolo gische periode waarop de vondst betrekking heeft. Daarbij staat P voor Prehisto rie; R voor Romeinse tijd; VM voor Vroege Middeleeuwen en LM voor Late Middeleeuwen. De hierna volgende tekst is chronologisch opgezet van oud naar jong. Prehistorie Nieuw-Namen - De Kauter (afb. 1.1) Traditiegetrouw meldde J. de Baar, direkteur van de basisschool 'St Jozef' te Nieuw-Namen, de resultaten van de jaarlijkse veldverkenning op de akkers rond de Kauter-heuvel. Onder de vondsten bevond zich een door Dennis Broekaart op de akkers aan de noordzijde van de heuvel gevonden gesteelde pijlpunt. De lengte van het artefact is 2 cm, de maximale breedte 1,5 cm. De pijlpunt dateert uit het Laat-Neolithicum of de Vroege Bronstijd'. Romeinse tijd Aardenburg - Dopers weg (afb. 3.1) Eén van de terreinen die in de winter van 1989 met de grondboor zijn onderzocht (zie verder onder Late Middeleeuwen) is mogelijk van Romeinse ouderdom. Het betreft een rechthoekige greppel structuur van ca 40x40 m, ten noorden van de Dopersweg en ten westen van de weg Aardenburg - Eede. De ca 5 m brede grep pels zijn tot 1,5 m onder de bouwvoor aanwezig en gevuld met een humeuze schone klei (Duinkerke II?). Onderin de vulling van de greppels bevindt zich een venig niveau. Op de luchtfoto zijn ter weerszijden van het vierkant ook de sporen te zien van twee sloten met alternerend geplaatste bomen, die zullen dateren uit de Middeleeuwen of op zijn laatst van voor de herverkaveling van het gebied. 1. Opgenomen in de collectie van de school onder nummer 1992; vgl. Van Heeringen 'Ar cheologische kroniek 1986'. 105

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1990 | | pagina 135