bracht. De ZB heeft ons voor het voorjaar van 1990 een nieuwe, zo volledig mo
gelijke lijst van het Genootschapsbezit toegezegd. Daarmee zullen we dan voor
het eerst sinds lange tijd een min of meer compleet overzicht hebben van de ge
drukte werken; dit zal overigens niet alle titels van het Genootschap bevatten,
daar in de ZB ook boeken berusten waarvan de eigendom onzeker is, en er in het
Rijksarchief in Zeeland, in het Zeeuws Museum en bij enkele particulieren ook
boeken van het Genootschap zijn geplaatst.
Aan de hand van de lijst die de ZB zal samenstellen, zullen we nagaan hoeveel
banden van het Genootschap aan de Provincie Zeeland in bewaring zijn gegeven
(de positieve inventarisatie). Verder zal de lijst ons in de gelegenheid stellen na te
gaan welke boeken er bij de brand in 1940 verloren zijn gegaan (de zgn. nega
tieve inventarisatie). Tn samenhang hiermee zal, met behulp van de oude catalo
gus van Frederik Nagtglas, worden uitgezocht of er boeken zijn die ten onrechte
een eigendomsstempel van de ZB dragen. Raadpleging van Nagtglas' catalogus
zal ook leren aan wie de boeken toebehoren die geen eigendomskenmerk dragen:
aan het Genootschap of aan de ZB. Deze werkzaamheden zullen voornamelijk
betrekking hebben op het zgn. oud bezit, waaraan ook een enkel woord moet
worden gewijd.
Een bijzonder onderdeel van het bezit gedrukte werken is het zogenaamd 'oud
bezit'. De benaming oud bezit bezigt de ZB voor de verzameling van ongeveer
30.000 banden (inclusief pamfletten) die vóór 1801 zijn verschenen. Een aan
zienlijk deel daarvan is eigendom van het Genootschap, maar het is onduidelijk
hoeveel banden dat precies zijn. Soms is ook niet duidelijk of een band het ei
gendom is van het Genootschap of van de Provincie Zeeland; dat komt doordat
ten gevolge van de brand in 1940 sommige banden hun titelblad - met daarop het
eigendomskenmerk - verloren hebben. Het oud bezit is nog niet volledig be
schreven. De ZB is hier wel mee bezig, maar het zal nog lange tijd duren voordat
wij inzicht kunnen hebben in ons oud bezit hoeveel boeken wij bezitten, wat de
toestand is waarin ze verkeren en wat hun waarde is. Het laatste aspect verdient
overigens nog enige aandacht.
Op 10 februari 1988 is in opdracht van de ZB een taxatie uitgevoerd van de oude
waardevolle boeken. Ondergetekende heeft vorig jaar van de ZB toestemming
gekregen het taxatierapport in te zien. Er is een fotokopie van gemaakt, aan de
hand waarvan we te zijner tijd kunnen nagaan wat de waarde is van de aan het
Genootschap toebehorende boekbanden. Omdat de ZB is beloofd dat er vertrou
welijk met de taxatiegegevens zou worden omgegaan, kunnen we hierover geen
nadere mededeling doen.
De handgeschreven werken
Terwijl de gedrukte werken - op het oud bezit na - goed ontsloten en toegankelijk
zijn, zijn de manuscripten slechts oppervlakkig geïnventariseerd. Naar verluidt is
ongeveer driekwart van de manuscripten die in de ZB berusten, eigendom van
het Genootschap. De Bibliotheek wil deze collectie wel verder ontsluiten, maar
zij beschikt hiertoe niet over voldoende middelen. De ZB zou het toejuichen als
het Genootschap de verdere inventarisering ter hand zou nemen. Gezien de om
vang van dit werk, is dit niet een taak die de conservator voor zijn rekening kan
nemen. Het is dan ook verheugend dat enkele leden van het Genootschap belang
stelling hebben getoond voor de nadere inventarisering der handschriften. De
werkzaamheden worden op dit ogenblik georganiseerd, en in het volgende jaar
verslag is hierover hopelijk gunstig nieuws te melden. Bijzondere vermelding
XVII