Munten en penningen De conservator C.J.F. Klaassen bericht als volgt: In 1989 werden van de naar Leiden overgebrachte verzameling, groot ongeveer 1000 munten en penningen, er 300 aldaar verder beschreven en gewogen. Een deel van deze verzameling - de muntvondst Domburg, met tremisses, sceatta's, Karolingische en Ottoonse munten - zal in 1990 verder beschreven worden. Aan de hand van de catalogi van Fokker en De Man alsmede de in het Archief opgenomen lijsten van aanwinsten werd een begin gemaakt met het documente ren van deze collectie munten zoals die eruit moet hebben gezien op 5 mei 1945. In 1945 waren er nog geen inventarislijsten. Thans kunnen deze wel worden sa mengesteld. Met behulp van deze documentatie konden de middeleeuwse mun ten worden geïdentificeerd. Daar een beschrijving nooit een volledig accuraat beeld van een muntstuk kan geven, werden deze munten (op nummer) gefoto grafeerd. De foto's werden afgedrukt op een contactdruk die aan het documenta tieblad werd bevestigd. In 1989 werden aldus 814 munten (voor- en achterzijde) gedocumenteerd. De verzameling werd aangevuld met een aantal munten en pen ningen die het Genootschap met behulp van het begunstigersfonds kon aanko pen. De met een detector gevonden stukken zijn afkomstig uit de omgeving van Middelburg en van het voormalige dorp Schellach. De vondst omvatte twee zo genaamde 'kopjes', een brandspuitpenning, twee muntgewichtjes en een nog nader te identificeren penning (wellicht een bedelaarspenning). Vooral de kopjes zijn interessant: deze zijn nog niet eerder op Walcheren aangetroffen; Hubregtse heeft ze wel op Schouwen regelmatig gevonden. In een der volgende jaarversla gen zal een inventarisatie van deze vondst volgen. Op 20 juli 1989 werd ik in het Zeeuws Museum voor het eerst toegelaten tot de numismatische verzameling van het Genootschap. Ik kreeg de indruk dat de col lectie jetons sterk uitgedund was. Wat resteerde was gevoegd bij de verzameling historiepenningen. Indien ik eerder door dr P.K. van Daalen, destijds directeur van het Museum, in de gelegenheid was gesteld de collectie in te zien, had ik mijn eigen verzameling jetons ter beschikking van het Genootschap gesteld. Het overzicht van de Tachtigjarige Oorlog is nu niet meer aanwezig. Dit deel van de collectie dient dus opnieuw opgebouwd te worden. Een verschil van inzicht met het Zeeuws Museum en met de directeur van het Koninklijk Penningkabinet heeft mij doen besluiten mijn ontslag aan te bieden. Het ontslag werd door het bestuur van het Genootschap en door de Commissie voor de Verzamelingen geweigerd, waarop ik mijn werkzaamheden weer op oude voet heb hervat. Zelandia Illustrata De conservator drs I.H. Vogel-Wessels Boer bericht als volgt: Afgelopen zomer werd in enkele Zeeuwse plaatsen een tentoonstelling ingericht van het Speculum Zelandiae, dat in 1988 met steun van verscheidene Zeeuwse gemeenten kon worden aangeschaft. De tentoonstelling was in augustus te zien in het gemeentehuis van Sint Maartensdijk, in september bood het Stedelijk Mu seum in Vlissingen onderdak aan de expositie en in oktober was het Speculum te bewonderen in de Openbare Bibliotheek van Goes. Bij de organisatie en de in richting ondervonden we veel medewerking van de drie genoemde gemeenten en van het rijksarchief in Zeeland. De gravures uit het Speculum Zelandiae werden ten behoeve van deze expositie gerestaureerd. XX

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1990 | | pagina 22