Tenslotte het opschrift van hand F op de rugzijde van vel 1 van de rol38. Het is
zodanig geschreven dat het ook nog gelezen kan worden wanneer de rol opgerold
is. Dit opschrift geeft de inhoud van de rol weer. Oindat er gesproken wordt over
de privileges én het gewoonterecht van de Aardenburgers39 kan het pas geschre
ven zijn nadat de rol aan elkaar genaaid was. Op het moment dat de Aarden-
burgse zaak afgehandeld was en de rol in het grafelijk archief opgeborgen werd,
zal een grafelijke kanselarijambtenaar de rol van dit opschrift voorzien hebben.
Datering
De datering van de rol is al in het verleden onderwerp van discussie geweest.
Warnkönig en De Saint Genois dateerden beiden het stuk circa 1299. Ab Utrecht
Dresselhuis plaatste het in het tweede kwart van de veertiende eeuw, wat hij pre
ciseerde tot in ieder geval na 1328 en waarschijnlijk ook na 1334. Vorsterman
van Oyen tenslotte hield het op herfst 132840 Zoals hierna blijkt is deze laatste
datering de meest nauwkeurige van de drie, al kan deze ook nog iets bijgesteld
worden.
De termijnen van de datering van de rol zijn gelegen in de vermelding van Lo-
dewijk van Nevers als regerend graaf van Vlaanderen. Hij moet daarom in ieder
geval tussen 1322 en 1346 geschreven zijn. Een terminus ante quem van het stuk
valt eenvoudig te geven. Hiervoor is al vastgesteld dat de rol een voorstuk voor
de Nieuwe Keur van Aardenburg geweest is. Aangezien de Nieuwe Keur op 17
oktober 1330 door graaf Lodewijk van Nevers werd uitgevaardigd, moet de rol
voor deze datum opgesteld zijn.
Het vaststellen van een terminus post quem is lastiger. De rol verschaft ons
hiervoor twee aanwijzingen: in het voorwoord op vel 1 en in artikel 7 van de
Consuetudin.es. In het voorwoord wordt gerefereerd aan grote woelingen te Aar
denburg, waarbij onder andere elf Aardenburgers in en voor de O.L.V.-kerk ver
moord of gewond werden41. In artikel 7 van de Consuetudines wordt gesproken
over een privilege dat graaf Lodewijk onlangs aan de stad verleend heeft na af
loop van de bezetting van Aardenburg door lieden uit Brugge en het Brugse
Vrije42. Zowel deze serie moorden als de Brugse bezetting van Aardenburg zijn
uit andere bronnen bekend. Het geheel speelde zich af in 1327 en 1328, tijdens
de grote opstand in de Vlaamse kuststreek (1323-1328). In 1327 grepen de
Klauwaarts, de partij van de anti-Franse gemeentenaren, met de hulp van Brugge
en het Vrije van Brugge de macht in Aardenburg, waarmee de stad zich aansloot
38. Bijlage 1, p. 30.
39. 'Hec sunt consuetudines antique Ardenburghgensium et privilegia eorum'. (bijlage 1,
p. 30).
40. Warnkönig. Flandrische Staats- and Rechtsgeschichte, band II. dl 2, 27; De Saint Genois,
Inventaire308; Ab Utrecht Dresselhuys, Oud Aardenburg, 239-246; Vorsterman van Oyen,
Rechtsbronnen, 25-34.
41. 'Atrocissime ecclesiam Virginis Gloriose igne et armis destruendo et tandem sangwine
undecim sapientum de villa nostra, quia amici domini Ludovici comitis erant, miserabiliter vio-
larunt.' (bijlage 1, p. 30).
42. Art. 7: 'Item, tredecim scabini debent omni anno eligi in festo Furificationis secundum
privilegia noviter a domino nostro concessa. Hoe privilegium continet quod nullus sit scabinus
in perpetuum qui erat contra villam nostram ab extra tempore quo ville nostra erat obsessa ab
illis de Brugis et de Franco.' (bijlage 1, p. 35).
12