In Pratensis' tijd waren in Zierikzee verder nog de medici Jacob Croesinck, die hier, komend uit Veere, als poorter werd ingeschreven in 1517, Pieter Lie- vensz. Spangiaert, die stierf in 1532, wiens echtgenote Kierstine Wyellems He- lianse is begraven op 19 januari 1533, en Frangois Grijpsz. van Bleijenberghdie stierf in 1545. In een schepenbrief van 12 april 1532 belooft Christina Pieter Yendr, 'huysvrou van meester Pieter Spangiaert, schepen', in haar testament schenkingen aan alle kloosters en godshuizen in Zierikzee, daarmede uiting ge vend aan een in die dagen gangbaar religieus besef. Dr Pieter Spangiaert be hoorde in 1523 tot de door keizer Karei V aangestelde raadsleden33, en is ook nog in 1531 gemeente-burgemeester geweest. Hij is wellicht een nazaat of ver want geweest van de reeds genoemde meester Pieter Spangaert, die met meester Reymer Evertsz. op 19 april 1439 vanwege het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland tot grafelijk chirurgijn in Zeeland werd aangesteld34. Over de in 1553 overleden medicus Cornells de Huybert weten we heel wei nig. Hij maakte deel uit van een uit Westenschouwen, na het snel dichtslibben van de haven aldaar, naar Zierikzee gekomen geslacht, dat de stad een reeks be langrijke bestuurders heeft geleverd. Wij noemden reeds het huwelijk van Jan Danckerts van Mannee met Cornelia de Huybert. Vermoedelijk verwant met Comelis de Huybert is ook geweest de op 21 februari 1569 tot stadsdoctor aan gestelde dr Jacob Cornelisz. Pilse. Op deze verwantschap wijzen twee kwartie ren in diens schepenwapen. Zijn tractement bedroeg 6.- 'als syn voorsaten'. Als stadsbestuurder is hij gemeente-burgemeester, raad, schepen, en voorts wees meester en kerkmeester geweest. Hij is geboren in 1530 als zoon van Comelis Simon Imansz., en was een kleinzoon van Simon Jansz., wiens beroep als schip per is aangegeven, hetgeen we wel als een iets ruimer begrip dan het tegenwoor dige mogen beschouwen. In 1541 is hij door de aartsdiaken van de Utrechtse Dom voorgedragen als bedienaar van het altaar van Maria en Catharina in het Catharinagasthuis te Zierikzee. Gelet op zijn leeftijd en op de woordkeuze van de aartsdiaken sedert 1543 kan deze 'aanstelling' gezien worden als een kerkelijk beneficie ten bate van zijn studie. In 1559 doet hij afstand van de functie aan het Maria-altaar35. In dit jaar blijkt hij te zijn afgestudeerd. Toen trad hij ook in het huwelijk met Magdalena Bartelmeus Claesdr, weduwe van Jan Claes Cornelisz. Zij overleed in 1566. Zij hadden toen twee kinderen: Comelis vijf jaar en Neel- ken drie jaar. Kort na zijn tweede huwelijk in 1570 met Janneken ouwe Comelis Arentsdr is dr Pilse op 8 mei 1571 gestorven in zijn huis aan de zuidzijde van de Haven. Hij liet zijn vrouw de twee weeskinderen na, en een doodschuld van 7 5. Onder de vorderingen waren die van Michiel Rombouts, apotheker, en A- driagn Jansse Boenaerts, chirurgijn, de laatste sedert 17 juni 1570 'voor sijnen dienst'36. coraptore Bewestenschelde) tengevolge van door dr Jason de Pratis geleende 100 Car.guldens van 'onse Keijserlijcke Majesteijt', rentend jaarlijks 15 grooten en 15 miten. In een schepen brief van 27 september 1558 belooft Rase Lievensz., voogd van Thomas Quirijn Loysz. en Jacob David Liddal, kinderen van Comelie meester Jasonsdochter, erfgenamen in de nagelaten goederen van hun grootvader mr Jason deze goederen getrouw te zullen beheren. 33. Bezemer, De Blécourt, Rechtsbronnen Zierikzee98. 34. Lombarts e.a., Memorialen146, nr. 66. 35. Grijpink, Register op de parochiën, Scaldia, 83, 90; De Vos Vroedschap, 30. 36. RAZ, Archief weeskamer Zierikzee, inv. nr. 476; SAZ, Stadsarchief Zierikzee, schepen brieven. 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1990 | | pagina 85