Op 21 december 1594 kreeg Jan Jacques 'van stadswege toegelegd 50 gl. boven 50 van 't Gasthuys, mits hij ook de godshuizen en onvermogenden dient om Godswille'. Hij blijkt zich beter aan het stedelijk milieu te hebben aangepast dan Diony- sius Triverius. Door zijn huwelijk met Ockeria (Ockerwijf) Pecl(ius), die leefde van 1557-1612, werd hij opgenomen in het stedelijk patriciaat. Zijn naam staat dan ook genoteerd als Jan Jacobs Tachus (vermoedelijk afgeleid van het Griekse tachos (snel), hetgeen zou kunnen duiden op zijn praktijk-tempo. Hij overleed in 1604. Getuige een charter van de Zeeuwse rekenkamer van 12 juni 1585 en een schepenbrief van 8 maart 1591 stelt hij zich hier in economisch opzicht veilig. Verder zijn er nog rentebrieven van zijn weduwe van 15 juli 1606, 11 juni 1610 en 23 april 161158. Of Jacobus en Antonius Serjans, die, als jezuïeten, tot het oude geloof terugkeerden, en waarvan de eerste in de contrareformatie bijzonder actief is geweest - de tweede was hoogleraar zijn zoons zijn geweest, is niet be kend. Hun geboorteplaats Zierikzee wijst zéker in deze richting59. Studie in Leiden, Italië en Frankrijk. Verandering van het sociaal en geestelijk klimaat De gebeurtenissen na 1576, en met name na 1585 met de snel veranderende so ciale omstandigheden en religieuze opvattingen hebben ook voor de studiosi in Zeeland belangrijke veranderingen meegebracht. Misschien hebben mede de steeds wisselende oorlogsomstandigheden invloed gehad. Voor een studie kreeg Leiden nu meer de voorkeur boven Leuven, hoewel toch vrij veel studenten ook nog als tevoren Italiaanse en Franse universiteiten bleven bezoeken. De wijzi ging van het geestelijk en sociaal klimaat in de stad uitte zich op verschillende wijze in het andere gebruik en de andere schrijfwijze van voor- en familienamen, de kleding, de pruiken, en ook in de betere kringen de voomaam-burgerlijke om gangsvormen. Zeer duidelijk ontwikkelde zich ook in Zierikzee, als in andere Nederlandse steden, het stedelijk patriciaat der regerende families, waarvoor reeds tijdens de regering van keizer Karei V de basis was gelegd op grond van reeds tevoren bestaande of gegroeide gebruiken60. Uit deze kring ontsproten ook hier de meeste stedelijke doctores medicinae, naast de andere academici, de ju risten en de theologen, tijdens de twee eerstvolgende eeuwen. Wij zullen nog zien dat in het begin van de zeventiende eeuw slechts enkele medici van elders kwamen. 58. RAZ, C. de Waard, Regestenlijst van de charters en bijbehorende stukken van de Zeeuw- sche Rekenkamer 1525-1784, Middelburg 1918, nrs. 139, 214, 225, 229; De Vos Vroedschap, 47-50, 50-53. De laatste meent dat Ockerwijf Peckius overleed in 1602. Op 29 januari 1592 staat Jan Jaques nog in een schepenbrief vermeld, daarin 'joncvrouwe Anna van Bossuyse, wed. van kapitein Cornelis Claesse Dach' bijstand in haar onderhoudsbelofte van haar twee dochtertjes, en het door haar bewoonde huis aan de noordzijde van de Haven verbindend. 59. J. Poncelet, Nécrologe des Jesuites de la province Flandro-Belge, Wetteren 193132. 60. Bezemer, De Blécourt, Rechtsbronnen Zierikzee, 96-116; De Vos Vroedschap, xxiv-xxxv; W. Prevenier, in Handel en wandel in de dertiende eeuw (1982), Publicatie nr. 26 Stichting 'Comité Oud Muiderberg', 128. 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1990 | | pagina 94