leden meester Willem, 'die curgijn voor de Breebrugghe', en Jan Oude Jans, wo nend Melkmarkt B 350 (nu 15). De laatstgenoemde werd begraven op 28 januari 1565. Hij is een schoonzoon geweest van dr Jason Pratensis, gehuwd met diens dochter Adriana71. Hij verkreeg vermoedelijk mede door deze familierelatie zijn aanstelling als schepen, ook al zal hij, naar we mogen aannemen, wel iets meer capaciteiten hebben gehad dan de meeste zijner ambtgenoten. Zo treedt hij ook op als bemiddelaar in erfeniskwesties van zijn schoonvader, waarover wij reeds iets hebben gezegd72. Vóór zijn huwelijk heeft hij in 1554 en 1555 een priester lijke functie vervuld in de kapel van het Gasthuis 'pro altare S. Crusis'73. Zijn zoon Jason Jansz. is apotheker en kruidenier geworden. In hem lijken de aanvan kelijke verwantschap van beide beroepen en hun latere scheiding enigszins ge stalte te krijgen74. Van elders gekomen barbiers en chirurgijns Buiten de hiervoor genoemden vermelden de poorterboeken tijdens deze eeuw een reeks van elders gekomen chirurgijns en barbiers, die wij hier weergeven, met de plaatsen van herkomst en de data van inschrijving: meester Symon Domisz., chirurgijn, van Haamstede, 30 juni 1505, meester Jacob Mychiels, medicijn, van Gent, 28 april 1514, meester Jan Jacobsz., chirurgijn, St. Annaland, 28 maart 1519, meester Jan Willem Haringh, chirurgijn. Duinkerken, 24 januari 1530, meester Symon Thomasz., chirurgijn, Haamstede, 22 januari 1535, meester Peter van Schoubrouck Willemsz., chirurgijn, Wezel in de Kempen bij Diest, 29 september 1540, Dyonys Dyonysz., chirurgijn, Oudenbosch, 28 januari 154175, Aelt Harman Aeltz., chirurgijn, Hattem, 23 september 1546, Michiel Mants, chirurgijn, Mechelen, 5 januari 1560, meester Gerbrant Jansz., chirurgijn, Amsterdam, 4 maart 156176, Jan van den Daele, chirurgijn of medicijn, Dordrecht, 6 september 1568, Michyel Vincentsz., chirurgijn, Tholen, 20 maart 1570, meester Damiaen Gheertse, Rotterdam, 19 maart 1574, meester Pyeter, chirurgijn, Rotterdam, 12 november 157477, 71. RAZ, Archief weeskamer Zierikzee, inv. nrs. 991, 946, 677. 72. Ook treedt hij als bemiddelaar op in de gesequestreerde (in beslag genomen) boedel van de in december 1558 overleden baljuw Michiel Cornelis Eeuwoutsse: RAZ, Archief weeska mer Zierikzee, inv. nr. 1943. Voorts draagt op 21 maart 1561 Rase Livinsz. Lucke over aan mr Jan Oude Jans, chirurgijn, en zijn nakomelingen 1/8 deel in de helft van een erfelijke rente van 1 lb 10 gr. 's jaars van 100 Carolus gulden 'gheleent bi doctor Jason de Pratis onze genadigde heere de keijserlijcke majesteyt'. De rente was ongedeeld gebleven ten sterfhuize van mr Jason, en was Rase Livinsz. 'aenbestorven' van zijn huisvrouw Adriaene Davits Liddals, een doch terskind van mr Jason. SAZ, Archief chirurgijnsgilde, inv. nr. 39a. 73. Grijpink, Register op de parochiën, Scaldia, 86; De Vos, Vroedschap, 244, 245. 74. Het Gasthuis betaalde op 18 april 1609 aan 'Jason Jansse cruydenier over de leveringe van suycker, cruyt, caneel, syrope, vijghen, rossijnen, olie, azijn, ende andere bij hem int Gast- huys gelevert 37 lb 1 s. 1 gr.' Vergelijk van Hoorn, 'Vijf eeuwen pharmacie', 2, 4, 7, kol. 2. 75. Diens zoon Johannes volgde op 6 juli 1559 als priester in het Gasthuis mr Jacob Pilse op voor de jaren 1559-1560, Grijpink, Register op de parochiën, Scaldia90. 76. Hij wordt ook genoemd in een schepenbrief van 5 december 1549. 77. In een schepenbrief van 5 maart 1568 staat hij aangegeven als Pieter Claesse. Zijn echtge note was Eva Andriesdr. Zij woonden vermoedelijk in het Beddeweeg, en hadden drie dochters. Een zoon Nicolaas werd gedoopt 14 december 1568. Zie SAZ, Stadsarchief Zierikzee, Inventa ris schepenbrieven, en SAZ, de klapper op de doopboeken van Zierikzee. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1990 | | pagina 98