ontvangen. Het is daarom niet verwonderlijk dat hij juist dit als de hoofdreden noemt voor zijn blijven te Middelburg155. Ook de grote populariteit die hij genoot kan hij alleen hebben verworven door een goed contact met de mensen. Ook in praktische of materiële zin trachtte hij de nodige bijstand te verlenen, met name door mededeelzaam te zijn. Eén en ander kwam al tot uiting in zijn opstelling ten aanzien van de erfenis van zijn echtgenote156. Doch niet alleen in dat geval. H.J. Krom vermeldt over Willemsen het volgende: Waar toe zal ik vernielden, wat hij zes maaien in een jaar, wanneer door de wijken en langs de straaten der stad de liefdegaven werden opgehaald, wat hij op jaarlijk- sche Biddagen, wat hij dikwerf bij plegtige gelegenheden, aan de gemeenen armen gegeven hebbe. Lang zullen onze Diakonen, aan welken zedert veele jaaren het vaderlijke opzicht over de behoeftigen was aanbevolen, den man deswegen met een dankbaar harte roemen. Hoe dikwijls heeft hij niet, toen hij voorheen door aanhoudende ziektens, meermalen geduurende eenige maanden, werd aangetast, de schade, welke men klaagde, dat de armen daar bij leden, door eene buitenge- woone mildadigheid vergoed? ja hij heeft ook voor uwe belangens gezorgd, gij, die in beide de Weeshuizen binnen deze stad wordt opgekweekt! Hij heeft aan den waaren welstand van uwe kinderen willen nuttig zijn, gij die uw leven in armoede doorbrengt! wanneer hij aan de Weeshuizen en de Openbare school, welke ten dienste der armen-kinderen geschikt is, vijftien duizend guldens (waarlijk geen geringe som, na al het geen hij bij zijn leven daar aan gedaan hadt!) bij uitersten wille gemaakt heeft157. Krom vermeldt voorts dat door Willemsen ook aanzienlijke giften werden ge schonken aan noodlijdenden in het buitenland en aan andere goede doelen158. Willemsen was een man die ruim bedeeld was met aardse goederen; hij heeft deze echter niet alleen voor zichzelf gehouden. Vastgesteld kan worden dat Willemsen met al de hem geschonken gaven, in de dubbele betekenis van het woord, dienstbaar heeft willen zijn aan de hem toever trouwde kudde. Dat men in Middelburg hem ging aanduiden als 'vader' Willem sen, heeft hij mede hieraan te danken. 2. Prediker De prediking werd door Willemsen als het belangrijkste werk beschouwd. Waar schijnlijk heeft juist ook daarin zijn grootste kracht gelegen. Dat Willemsen de gave van het woord heeft gehad blijkt uit de woorden van H.J. Krom, welke hij heeft geuit in de lijkrede op Willemsen: Bij dit alles bezat hij een bijna ongelooflijke vloeibaarheid en lieflijkheid van taal, waar door hij de harten en ooren van zijne toehoorders derwijze aan zich wist te 155. Willemsen, Eene keurige verzameling, 108. 156. Zie hoofdstuk 1. 157. H.J. Krom, Lijkrede71. 158. Willemsen gaf onder andere giften ten behoeve van het Land van Altena, dat in 1740 en 1741 door overstroming werd getroffen; voor de kerk van Naijla; voor de kerken van Litouwen en Polen; ten behoeve van een nieuwe druk van de Boheemse bijbel. 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 102