nauwelijks tegen. Een woord als 'zielsgestalte', dat ook regelmatig wordt ge bruikt, wijst vermoedelijk op invloed van Lampe179. Het woord 'Opperwezen', dat men ook kan aantreffen, verraadt de invloed van de Verlichtingstheologie. F. Overige karakteristieken. Kenmerkend voor de preken van Willemsen is voorts, dat er zeer veelvuldig ge dichten of liederen in geciteerd worden. Soms zijn het psalmen of eigen ge maakte verzen, in de meeste gevallen echter liederen van andere bekende dich ters180. Het kwam voor dat Willemsen in één preek meer dan zeven gedichten reciteerde181. Verder zijn vermeldenswaard de zogenaamde 'alleenspraken', die door Wil lemsen gehouden werden als preek in de avondmaalsdienst182. Deze alleenspra ken hebben het karakter van één lange lofprijzing. In de toepassing vraagt Wil lemsen aan de gelovigen in hoeverre zij konden 'meekomen'. De prediking van Willemsen was veelal kenmerkenprediking183. Verder kan worden opgemerkt dat de preken een sterk nodigend en aanmanend karakter hebben. Met name wordt ook de zondaars geraden het toch met God en Zijn Christus te wagen. De preken van Willemsen zijn lang tot zeer lang. Het aantal geschreven pagina's bedraagt bijna steeds meer dan 30, hetgeen betekent dat de gehele kerkdienst meestal tus sen de twee en drie uur duurde! Niet ieder was hier zo gelukkig mee184. Breed sprakigheid was Willemsen bepaald niet vreemd. Het ingaan op actuele zaken op wereldlijk en kerkelijk gebied vinden we bij Willemsen in zijn 'gewone' preken niet veel. Wel gebeurt dit in preken die gehouden werden bij bijzondere gelegen heden. Vergelijking met de preekwijze van F.A. Lampe Wanneer we de hierboven weergegeven resultaten van de analyse van Willem- sens preken vergelijken met de predikwijze van Lampe, dan kan het volgende worden vastgesteld. a. De opbouw van de preek bij Willemsen blijkt in zeer sterke mate overeen te komen met de indeling van Lampe, welke gepresenteerd is door T. Brienen185. Met name de intredepreek lijkt geheel opgebouwd te zijn volgens de aanwijzin gen die Lampe heeft gegeven in zijn homiletiek186' b. Betreffende de explicatio bij Willemsen kan worden vastge steld, dat ze veelal textualis en analytisch is, hetgeen overeenkomt met Lampes voorschrift. c. Het gebruik van allegorie en typologie is bij Willemsen over het algemeen in veel mindere mate aanwezig dan bij Lampe. Mogelijk is dat Willemsen zich op 179. Vgl. Snijders, Friedrich Adolf Lampe, 55. 180. Van Lodensteyn. Lampe. Van Houten en van zijn grootvader Jacob Willemsen. 181. Preek over Psalm 139:18, in: hs GWM. 182. Alleenspraken over de teksten Hooglied 5:16 en over Jesaja 9:5, in hs GWM. 183. Met kenmerkenprediking wordt bedoeld dat in de preek bepaalde kenmerken van het ware geloof worden genoemd, waaraan de hoorders zich dienen te toetsen ten einde te kunnen vaststellen of zij het zaligmakend geloof hebben ontvangen of niet. 184. H.J. Krom, Lijkrede, 88, meldt dat de toehoorders "zonrtijds over zijn lang prediken wat onverduldig' waren. 185. Brienen, De prediking van de Nadere Reformatie, 139-140. 186. Lampe, Institutionem Homileticarum Breviarium. Groningen 1747. 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 107