te Groningen bij Gisbertus Bonnet199. Later is hij een zeer gevierd kanselredenaar geworden te Amsterdam. Van hem is een brief in het Latijn bewaard gebleven uit 1762, gericht aan Willemsen, waarin onder andere wordt gehandeld over Lampe en over de verschillende partijen in de kerk™. Clarisse is een evangelisch predi ker geweest201. In 1754 werd naast Willemsen de predikant H.J. Krom 1738- 1804) benoemd tot professor in de kerkgeschiedenis. Hij was een man die zich heel erg bezig hield met de zogenaamde fysico-theologie. Van zijn hand ver scheen een 25-tal werkjes, waarvan er acht min of meer met de natuurweten schap te maken hadden. C. de Pater zegt over Krom: 'Enerzijds wilde hij als orthodox theoloog de be zwaren uit de weg ruimen bij hen die onder invloed van de resultaten van de na tuurwetenschap niet langer overtuigd waren van de waarheid van het christelijk geloof als openbaringsreligie, maar anderzijds komt ook de 'Verlichtingspeda goog' voor de dag...'202. Een en ander geeft aan dat op de Illustre Schooi het Ver lichtingsdenken ondubbelzinnig ingang had gevonden. Tussen Willemsen en zijn veertig jaar jongere collega Krom heeft een goede verhouding bestaan. De eigen tijdse visie van Krom ten aanzien van geloof en wetenschap verhinderde dit blijkbaar niet. Het feit dat Willemsen een opdracht wilde schrijven in één van Kroms werken toont aan dat het contact tussen hen niet enkel formeel was203. Na de dood van Willemsen (31 maart 1780) werd door Krom op 17 april daarop volgend een lijkoratie in het Latijn uitgesproken in de Nieuwe Kerk. Met zang en muziek van orgel en snaarinstrumenten werd deze plechtigheid opgeluis terd. Door de organist Willem Lootens was speciaal een 'Choraal in IV stem men' gecomponeerd204 Professor Krom was door de pedel van de Illustre School, in tabbaard, van zijn woning afgehaald. Na het uitspreken der rede werd hij we derom statig naar huis begeleid. Het was een luisterrijk gebeuren, dat nooit eer der was vertoond. Uit het voorbericht van de lijkoratie blijkt, dat men vond dat met een dergelijk indrukwekkend gebeuren de "Doorluchtige school' in aanzien steeg. Eén en ander was dus duidelijk gericht op meerdere eer en glorie der school. De bedoeling werd echter lang niet door ieder begrepen, sommige lieden dachten met een rooms overblijfsel van doen te hebben. Ook in letterlijke zin kon niet ieder de woorden van Krom begrijpen, want ook onder de familieleden van Willemsen waren enkele personen die geen Latijn kenden. Op hun verzoek 199. A. van den End, Gisbertus Bonnet, Wageningen 1957. 200. Zeeuwse Bibliotheek, handschriften KZGW, hs 1942. 201. P.H. van Harten, De prediking van Ebenezer en Ralph Erskine, 235-236, stelt, dat Cla risse mogelijk indirect is beïnvloed (via I. de Leeuw) door de Erskines. Onmogelijk is dit niet, maar het is merkwaardig dat Clarisse, die naar een groot aantal godgeleerden verwijst (waar onder veel Engelse) juist de Erskines niet noemt. Zijn verwijzingen naar Lampe. Immens en Tillotson (Th. Clarisse, De weg der zaligheid in Jezus Christus, Amsterdam 1779) doen in ieder geval heel erg denken aan zijn oud-leermeester Willemsen. 202. De Pater, 'Ds. Hermanus Johannes Krom'. 189. 203. H. J. Krom, Diatribe de authentie dialogi Justini Martyrie cum Tryphone Judaeo, Mid delburg 1778. 204. De volledige titel luidt: Choraal in IV stemmen, gecomponeerd door den organist W: Lootensbij gelegenheid der lijk-oratie op den heer professor JWillemsen; gezongen in de Nieuw-Kerk binnen Middelburg den 17 meij 1780, vgl. Clement, 'Drie Zeeuwse componisten van psalmzettingen' Zeeuws Tijdschrift, 40 (1990) 170-178. 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 110