In het kort wordt de hele heilsboodschap weergegeven zoals hij die verkon digd heeft. Beginnend bij de val van Adam. schetst hij de hele heilsleer totdat hij komt aan het stuk der toepassing door de Heilige Geest aan de ziel der gelovigen. De weg waarlangs dit geschiedt, is: het genadeverbond. De korte omschrijving die hij hiervan geeft, is letterlijk gelijk aan die van Lampe225. Dit geldt in feite ook de verdere uitwerking. Evenals zijn leermeester wijst Willemsen erop dat de uitverkoren zondaar in het verbond der genade een recht krijgt om genade te eisen. Vervolgens stelt hij dat ook het genadeverbond zijn eisen heeft, maar geen wettische. De eisen zijn tegelijk beloften. Deze werkt hij als volgt uit: 1. de krachtige roeping; 2. het heilvattend geloof; 3. de wedergeboorte; 4. de recht vaardiging; 5. de heiligmaking; 6. de verzegeling. We stellen vast, dat hetgeen door Willemsen werd gepredikt een zuivere correla tie vertoont met de leer van Lampe226. Resumerend komen we tot het volgende: Jacobus Willemsen is vermoedelijk alleen op indirecte wijze beïnvloed door de theologie van Coccejus; hij volgde niet H.A. Röell in het leerstuk betreffende de eeuwige generatie van de Zoon; hij heeft zich echter ten zeerste laten leiden door F.A. Lampe. De positie die Wil lemsen heeft ingenomen, kan derhalve worden omschreven als: gaande in het voetspoor van Lampe. Gereformeerd Piëtist Als volgeling van Lampe, zouden we Jacobus Willemsen willen aanduiden als Gereformeerd Piëtist. De vraag of Lampe zelf behoorde tot de vertegenwoordi gers der Nadere Reformatie, dan wel tot die van het Gereformeerd Piëtisme, is beantwoord door C. Graafland227. Hij kiest voor het laatste, omdat Lampe toch wel een geheel eigen invulling heeft gegeven aan het staan in de traditie der Na dere Reformatie. Hier komt bij, dat veel onderzoekers de benaming Nadere Re formatie reserveren voor het piëtisme der 17e eeuw en de naam Gereformeerd Piëtisme voor dat van de 18e eeuw. Dat deze beide een verschil vertonen, is eveneens aangetoond door C. Graafland228. Ook Jacobus Willemsen zouden we om dezelfde redenen willen aanduiden als Gereformeerd Piëtist. Zijn positie kunnen we zelfs nog iets gedetailleerder aan geven. C. Graafland maakt in het juist genoemde artikel melding van een evan- gelisch-bevindelijke stroming in het Gereformeerd Piëtisme der 18e eeuw. Deze is onder meer door iemand als W. Peiffers, predikant te Amsterdam, tot uitdruk king gebracht. Deze Peiffers was eveneens een leerling van Lampe229. Graafland stelt, dat hij een groot aandeel heeft gehad in de introductie van de Engelse evan- gelicale prediker Ph. Doddrige en dat hij zich kritisch afgrensde tegenover predi kers als A. Comrie. Dit zijn kenmerkende zaken, die we ook aantreffen bij Jaco bus Willemsen, hetgeen in de volgende hoofdstukken zal worden aangetoond. We achten het daarom gerechtvaardigd Jacobus Willemsen in deze stroming een plaats te geven. 225. Vgl. F.A. Lampe, De Verborgentheit van het genade-verbondt, dl 114. 226. Vgl. Snijders, Friedrich Adolf Lampe84-92. 227. Graafland, Friedrich Adotph Lampe 1683-1729246. 228. Graafland. 'Het eigene van het Gereformeerd Piëtisme', 37-53. 229. BLGNP dl 1, 246." 85

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 119