De aantekeningen
De aantekeningen zijn over het algemeen heel concrete aanvullingen bij de tekst
van De Swaef, opgenomen in de vorm van voetnoten. De inhoud is zowel prak
tisch als geestelijk van aard. Uit de volgende voorbeelden wordt dit duidelijk.
De Swaef spreekt over de noodzaak van gezond en goed eten voor kinderen (blz.
23). Willemsen geeft hierbij de volgende aanvulling:
De schrandere Joh. Locke is van oordeel, dat de spys der kinderen zeer eenvoudig
moet zijn, en dat hen tenminste tot hun tweede ofderde jaar, vleesch moet onthou
den worden... hun drank wil hy, dat alleen dun bier zy... De zomervruchten acht
hij voor kinderen goed... alle soorten van gesuikerd goed, (confiture genoemd)
keurt hy, als voor de gezondheid nadeelig, volkomen af234.
Door De Swaef wordt de raad gegeven aan kinderen zondige spelen (kaarten en
dobbelen) te onthouden (blz. 30). Willemsen geeft daarbij een achttal redenen
waarom hij het billijk acht, dat ook de kerkelijke wetten deze spelen veroordelen.
Vervolgens verwijst hij naar het werk van Pictet en Wittewrongel. De afkeuring
van de kermis wordt door Willemsen onderbouwd met een lang citaat uit een
werk van Willem Teellinck235.
Bij de behandeling van de plichten die de ouders hebben bij ziekte van hun
kind (blz. 39) geeft Willemsen als aanvulling het advies van Koelman om te pro
beren het kind voor eeuwig te behouden door het op zijn naderend sterven te wij
zen.
Schoolmeesters dienen, volgens De Swaef, zachtzinnig te zijn (blz. 251). Wil
lemsen vult daarbij aan: 'Het is een zeer gepaste raad, die de Heer Lampe in dit
opzicht aan de schoolmeesteren geeft: hij wil, dat ze de gestrengheid van het
meesterlijk gelaat matigen met een vriendelijke zachtheid'.
Ouders moeten ook voor hun kinderen bidden (blz. 351). Willemsen geeft
daarbij als zijn mening, dat de huisvaders en huismoeders de plicht hebben te
bidden en dat ze zich daarbij niet altijd van formuliergebeden mogen bedienen.
Deze worden namelijk heel vaak misbruikt. Geheel verwerpelijk vindt Willem
sen de formuliergebeden echter niet, want voor mensen die vanwege schaamte of
onkunde niet in staat zijn in eigen bewoordingen te bidden, kunnen ze nuttig zijn.
'In dit geval achtte ik het beter, dat ze zich van een welopgesteld formuliergebed
bedienen, dan dat ze of onordelijk bidden, of (het bidden) geheel zouden ver
waarlozen'236.
Aan de overige aanvullingen van Willemsen gaan we verder voorbij. Vermel
denswaard is, dat de door Willemsen gegeven aanhalingen van J. Locke getuigen
van een rationeel en geseculariseerd denken over de opvoeding. We stellen der
halve vast, dat Jacobus Willemsen in de uitgave van De Swaefs geschrift, Gere
formeerd Piëtistische en rationalitische denkbeelden heeft samengevoegd.
234. Verwezen wordt naar: J. Locke, Verhandeling over de opvoeding der kinderen.
235. W. Teellinck, Gesonde hitterheyt voor den weelderighen christen die geerne kermisse
houdt, Amsterdam 1624.
236. Het standpunt van Willemsen ten aanzien van de formuliergebeden is dus genuanceerder
dan dat van Lampe (vgl. Snijders, Friedrich Adolf Lampe, 27).
87