Het heugt noch veele van ons/ hoe twee Oostindische schepen/ het Vliegend Hart
en de Anna-Catharina op den 3 February 1735 uitgezeild/ op dien zeiven dag voor
Westkapelle gebleeven zijn272.
Een graaggetrouw rentmeester van Jezus Christus, Middelburg 1779.
Bij het zien van de titel valt meteen de grote overeenkomst op met het twee jaar
eerder verschenen boekwerk, dat hierboven werd besproken. Dit geldt deels ook
de inhoud. In hoofdstuk 1 is opgemerkt dat het hele gebeuren, waarvan deze bun
del de neerslag is, lijkt op een herhaling van het jubileum dat enige jaren eerder
werd gevierd. Nog meer beschouwde Willemsen deze preek als zijn 'zwanen
zang'. Het geschrift bevat voorts een uitvoerige uiteenzetting van de Evangelie
boodschap die hij al die jaren had verkondigd. In hoofdstuk 3 kwam de inhoud
reeds aan de orde.
Overige verhandelingen
Willemsen heeft met het oog op de voorbereiding en het houden van de biddag
een handleiding geschreven. Het geschriftje verscheen anoniem. Er verschenen
twee edities van het werkje, een beknopte en een uitgebreide versie. Gezien het
feit dat op het titelblad van de beknopte uitgave 'Derden druk" staat vermeld,
blijkt dat dit kleine werkje (22 bladzijden) ook meermalen herdrukt is. Het jaar
van verschijnen wordt in geen van beide versies vermeld. Dit geschriftje van
Willemsen was zeker geen unicum. Destijds verschenen tal van dergelijke werk
jes. In hoofdstuk 1 is reeds opgemerkt dat ook mejuffrouw J.P. Winckelman een
dergelijk boekje schreef. Haar werkje, dat in de vorm van een 'Samenspraak'
verscheen, is eenvoudiger van karakter. Voor de bijbelse fundering van de pleit-
gronden voor het gebed, verwijst zij naar het werkje van Willemsen273.
Gedichten
Jacobus Willemsen is een groot liefhebber van gedichten en liederen geweest.
Duidelijk blijkt dit uit het veelvuldig reciteren van liederen in zijn preken. Hij
moet ook heel veel liederen hebben gekend, aangezien deze tijdens de preek zo
uit het hoofd werden opgezegd. Naast de waardering voor het werk van anderen
was er bij Willemsen ook het verlangen om zelf gedichten te schrijven. Uit zijn
pen zijn vele verzen gevloeid. In zijn studententijd maakte hij reeds gedichten in
het Hebreeuws ter gelegenheid van bijzondere gebeurtenissen. Nagtglas meldt,
dat achterin de oratie van A. Drakenborg, en in de dissertatie van Hiëronimus
van Alphen en Isaak Schorer, ook dergelijke gedichten van Willemsen zijn opge
nomen274. Hoofdzakelijk hield Willemsen zich echter bezig met het schrijven van
gelegenheidsgedichten (en pamfletten) en geestelijke poëzie.
272. Dit bericht kreeg nog maar kort geleden nieuwe actualiteit, toen in 1985 het eerstge
noemde schip kon worden gelocaliseerd en vele gebruiksvoorwerpen konden worden geborgen.
Vgl. W. Weber. Een gezonken V.O.C.-schip, 't Vliegent Hart, Middelburg 1987.
273. (J.P. Winckelman], Samenspraak tusschen een min ervaren en een meer geoefend Chris
ten, 125.
274. Nagtglas, Levensberichten, dl 2. 954.
101