tief maken. Tot de verzameling-Jasperse '1990' behoorde tevens een aantal
scherven van Romeins aardewerk, dat door Jasperse sr in de loop der jaren in het
Brabantse Genderen was verzameld. Deze voorwerpen zijn met goedvinden van
de schenker aan de provinciaal archeoloog van Noord-Brabant overgedragen.
De verzamelingen van het Genootschap vormen vrijwel ieder jaar weer een on
uitputtelijke bron van studie. In 1990 bestudeerde Heide Eilbracht van het Semi
nar für Ur- und Frühgeschichte uit Münster, in het kader van een promotieonder
zoek bij prof. dr T. Capelle, vroegmiddeleeuwse sieraden in filigreintechniek,
afkomstig van de stranden bij Domburg en Oostkapelle. Ook in dit verslagjaar
bewerkte Hans-Jörg Frick uit Kiel, eveneens voor een dissertatie, de vroegmid
deleeuwse schijffibulae die bij Oostkapelle en Westenschouwen zijn gevonden.
Zie: T. Capelle: Die frühgeschichtliche Metalfunde von Domburg auf Walcheren
(ROB, Nederlandse Oudheden 5, z.j.), uitgave van de Rijksdienst voor het Oud
heidkundig Bodemonderzoek met medewerking van het Genootschap als eige
naar van de verzameling. En van dezelfde auteur Die Karolingische Funde von
Schouwen (ROB, Nederlandse Oudheden 7, 1978), eveneens een uitgave van de
Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek met medewerking van het
Genootschap als eigenaar van de verzameling, en van het Zeeuws Museum.
Geschiedkundige voorwerpen, Kunst en Kunstnijverheid
De conservator, drs J.H. Kluiver, bericht als volgt
Het grootste wapenfeit van de afdeling in 1990 was de voltooiing van de restau
ratie van de 'houten gevel' van het Genootschap, die zich tegen de zijgevel van
het pand Wagenaarstraat 1 te Middelburg bevindt, waar vroeger het museum van
het Genootschap was gevestigd. Zoals in de berichten over 1989 werd vermeld,
kwamen na de ontmanteling in 1989 nog tal van gebreken aan het licht, waar
door extra subsidies moesten worden aangevraagd. Deze werden aan het begin
van het jaar toegekend, zodat in het voorjaar met de restauratie kon worden be
gonnen. De werkzaamheden zijn met grote zorg door de firma Geschiere-Wattel
te Middelburg uitgevoerd. De te vernieuwen onderdelen zijn in antiek eikehout
bijgemaakt. Kleinere gebreken zijn met kunsthars hersteld. Omwille van conser
vering is besloten, het beeld van St. Pieter door een replica van kunsthars te ver
vangen en het originele beeld in het Zeeuws Museum onder te brengen. De gevel
is door de firma Buitelaar-Pouwer te Middelburg met lijnolieverf in zijn oor
spronkelijke kleuren geschilderd. Om de glas-in-loodramen tegen vernieling te
beschermen, zijn voorzetramen van lexaan aangebracht. In het Archief van 1992
zal een uitvoerige beschrijving van de gevel en van de restauratie ervan worden
opgenomen.
De registratie van de voorwerpen van de afdeling werd in 1990 voortgezet, maar
kon nog niet worden voltooid.
Op een voorstel van de directie van het Zeeuws Museum, om een groot aantal in
gelijste prenten en portretten-op-papier naar de Zelandia Illustrata in het rijksar
chief in Zeeland over te brengen, kon niet worden ingegaan; daardoor zou name
lijk een kunstmatige scheiding binnen de portretreeksen ontstaan, zou bovendien
in veel gevallen de eenheid tussen portret en lijst verloren gaan, en tot slot zou
veel van het over te brengen materiaal ook niet aan de verzamelcriteria van de
Zelandia Illustrata voldoen.
Een belangrijke aanwinst voor de afdeling was een verrekijker uit het laatste
kwart van de achttiende eeuw, vervaardigd door Dollond in Londen. Volgens de
XVIII