1. Penning Utrechts Genootschap, toegekend aan J.C. van den Broecke en mr Ph.
van den Broecke 1 juli 1844.
2. Penning Zeeuwsch Genootschap, toegekend aan C. Zillesen, 1781
schap op zijn naam heeft staan. De penning uit Utrecht moet het bestuur van het
Genootschap toentertijd voor ogen hebben gestaan bij de keuze van de eigen Ge
nootschapspenning. De opdracht werd toen aan B.C. van Calker gegund, en niet
aan J.G. Holtzheij, hoewel deze laatste wel het droogstempel voor het Genoot
schap had vervaardigd. De schenkster die het Genootschap met de Utrechtse pen
ning heeft bedacht, heeft tevens een door J.G. Holtzheij gemaakte zilveren huwe
lijkspenning van Hendrik Brouwer en Clara Gijze, gedateerd 22 maart 1765, ten
geschenke gegeven. Een uit 1793 daterende toegangspenning voor de Hortus in
Amsterdam (ten name van B. de Wind) werd ten geschenken ontvangen van mr
W.L. Blindenbach. De laatstgenoemde penning (koper, 47,5 mm) is een slecht
vervaardigd afgietsel van een oudere penning; hieraan valt de stijlverslapping
aan het eind van de achttiende eeuw te herkennen.
XX