een feit zijn, en kunnen de vogels weer hun plaats in het Zeeuws Museum inne
men. Hopelijk kan daarmee het hoofdstuk "Vogels' worden afgesloten en kan de
aandacht op andere voorwerpen uit de verzameling worden gericht.
Fossiele botten
De conservator, drs A.P.J. Bil, bericht als volgt:
In 1990 werden 26 nieuwe aanwinsten ingeschreven. Tevens werden zes vond
sten uit de oude verzamelingen gedetermineerd en ingeschreven. Nieuw voor de
collectie was een fraai stuk rendiergewei, door J. Valster uit de Oosterschelde op
gedoken.
Naar thans duidelijk wordt, is in de loop der jaren een aantal stukken uitgeleend
en daarna uit het oog verloren. Het was dan ook verheugend, van drs F. Lammers
van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek te Amersfoort te
vernemen, dat bij opruimingswerkzaamheden een bot was gevonden dat volgens
de etiketten aan het Genootschap toebehoort. Dit bot, het linker spaakbeen (ra
dius sinistra) van een grottenbeer ursus spelaeus), is zeer zeldzaam. Ooit heeft
ook een schedel van de ursus spelaeus als één der topstukken van de verzame
ling aan het Genootschap toebehoord. Dit fossiel is sinds 1980 spoorloos ver
dwenen. Ons speurwerk naar dit waardevolle stuk heeft tot op heden weinig re
sultaat opgeleverd. Er bestaan wel vermoedens omtrent de huidige verblijfplaats,
maar harde bewijzen zijn moeilijk te leveren.
Wegens verbouwingswerkzaamheden in het Zeeuws Museum werd het aldaar
opgestelde mammoetskelet afgebroken, geconserveerd en in het depot opgesla
gen.
Met de directie van het Museum werd overeengekomen, dat vanaf 1 januari 1990
drs D. Mol en drs H. van Essen een begin zullen maken met een wetenschappe
lijke (her)determinatie en inventarisatie van de collectie fossiele botten. Het is de
bedoeling dat deze werkzaamheden in een publikatie en een catalogus uitmon
den, waardoor de verzameling aan een groter publiek bekend kan worden en toe
gankelijker zal zijn.
Dit jaar kregen 32 bezoekers voor studiedoeleinden of voor een rondleiding toe
gang tot de in het depot opgeslagen verzameling.
Mollusken
De conservator, F.A.D. van Nieulande, bericht als volgt
In het afgelopen jaar is regelmatig heronderzoek in de verzameling verricht,
vooral bij de 'moeilijke' families. Dit gebeurde in verband met de op handen
zijnde heruitgave van de Fossielen-atlas. In dit kader worden ook regelmatig de-
termineerbijeenkomsten met de leden van de werkgroep gehouden. Vooral omdat
er sinds enige tijd weer fossiele schelpen bij de gritfabriek van de firma Endt-
Louwerse te Yerseke kunnen worden verzameld, is het nog steeds mogelijk de
soortenlijst van het Westerscheldemateriaal uit te breiden. Hopelijk resulteert een
en ander ook in een uitbreiding van de collectie van het Genootschap.
Aan de registratie op stamkaarten van de verzameling wordt nog steeds gewerkt.
Dit jaar is een begin gemaakt met het toevoegen van een afbeelding van de op de
stamkaart vermelde soort. Hierdoor ontstaat er een beter overzicht van de verza
meling en is de collectie ook gemakkelijker toegankelijk voor verder onderzoek
door niet-ingewijden. Wellicht kan in 1991 de registratie van de bivalven (twee-
kleppigen) worden afgerond, waarna een begin kan worden gemaakt met de gas
tropoden (slakken).
XXV