teerd, in Zeeland een andere oorsprong heeft. We kunnen die onzekerheid hoog stens wat trachten te verminderen door het betreffende toponiem aan een naam- typologische analyse te onderwerpen, dat wil zeggen door het te vergelijken met andere namen die met eenzelfde grondwoord zijn samengesteld Stednavneforsk- ning I 1972, 136-146). Nemen wij als voorbeeld de naam Hengstdijk in Zeeuws- Vlaanderen. a. 1161 cop. Hencsdic, Hengesdica. 1221 Hinghesdic1; a. 1740 Hengstdijk NGN I 1885, 187). Gysseling verklaart deze als een samenstelling met de dieraanduiding hengst (Gysseling TW, 475). Het Lexicon noemt ook de mogelijkheid van de persoonsnaam Hengst (Lexicon, 174). Een fonetisch be zwaar tegen beide verklaringen is in de eerste plaats, dat in de oude vermeldin gen vóór de achttiende eeuw geen -t- voorkomt en dat ook in de lokale uitspraak geen wordt gehoord (Beekman 1936. 17). Kijken wij verder naar de manier waarop andere Zeeuwse -dijk(e)-namen zijn samengesteld, dan zien we dat daar onder vrijwel geen samenstellingen met dieraanduidingen vookomen. In Nisse vinden we de naam Koedijk (Dekker 1971, 586). Kattendijke betekent mijns in ziens echter niet 'een dijk waar veel katten rondzwierven, mogelijk op zoek naar vogels of aangespoelde vissen' (Van Berkel en Samplonius 1989, 95). Bij deze laatste naam zullen we waarschijnlijk eerder moeten denken aan een meer alge mene pejoratieve betekenis die het element kat- aan toponymische samenstellin gen geeft. Het aantal gevallen waarin een persoonsnaam optreedt als bepalend element is daarentegen talrijk (Tack 1934, 96; Dekker 1971, 91; Blok 1984, 2). Het is dus niet onredelijk te veronderstellen dat ook de naam Hengstdijk een an- troponymisch eerste lid heeft. Dat dit de mansnaam Hengst Hengist zou zijn. lijkt mij minder aannemelijk. Wij kennen deze weliswaar als die van een van de legendarische Angelsaksen die Engeland hebben veroverd, maar als naam van een reëel persoon schijnt hij nooit te hebben gefunctioneerd (Schroder 1944, 48). Ik sluit mij dan ook liever aan bij Beekman, die voor Henge opteerde, een naam die nog tot in de vorige eeuw in Friesland bekend was (Beekman 1936. 17). Dezelfde naamtypologische overwegingen kunnen ons ook helpen bij het be palen van het eerste lid van enkele waternamen. Namen op -ee -aha 'water' zijn dikwijls samengesteld met persoonsnamen, bij voorbeeld Zierikzee, a. 1156 cop. Siricasha, PN Siric Eikerzee, a. 1156 Hildcheres he, PN Hildcher. Dat betekent dat wij eventueel ook naar een persoonsnaam mogen zoeken als het eer ste lid van een dergelijke waternaam niet zo direkt herkenbaar is. Arberzee was de naam van een kreek tussen Aandijk en Genderdijk, a. 1282 Arberdshee, a. 1285 Harbortse (Gottschalk 1984, 213); a. 1344 Harboerszee, Haerboutsee (Gottschalk 1984, 260). Het ontbreken van de H- hoeft geen verbazing te wek ken. De -h- is in die streken nu eenmaal geen foneem en wordt dus zelfs vaak in geschreven teksten weggelaten, ook al is hij er etymologisch op zijn plaats. Ver gelijken wij de oude vermeldingen met elkaar, dan komt als meest waarschijn lijke persoonsnaam Harbord naar voren. Namen op -bord waren over het alge meen vrij zeldzaam, maar juist HeribordHerebord heeft zich in het germaanse taalgebied in enige populariteit mogen verheugen (Förstemann PN 767; Schïaug 1955, 110; Hartig 1967, 178; Kaufmann 1968, 68). Hieruit is de naam Herbord voortgekomen, waarin e- voor -r medeklinker soms als -a- werd ge- 1 Voor zover niet anders aangegeven stammen de vermeldingen van toponiemen van voor 1200 uit Lexicon en die tussen 1200 en 1226 uit Gysseling TW. 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 38