Schouwen a. 1344-5 Cloens Clais Cloens s. RZ I, 340). Elders ben ik deze vorm
niet tegengekomen. Hij lijkt mij te zijn ontwikkeld uit Colinus, een latinisering
van Colin, Colijn, welke franse verkorting van Nicolaas in Vlaanderen en Zee
land al vroeg populair is geworden.
Het beeld dat de persoonsnamen in het eerste lid van de Zeeuwse -kerk(e)-
namen bieden, is nogal complex. Onder de oorspronkelijk germaanse namen vin
den wij naast tweeledige namen vrij veel verkorte namen, waarvan sommige zijn
voorzien van een diminutiefsuffix. Daarnaast treffen we een aantal oorspronke
lijke bijnamen aan en enkele christelijke namen. Mogelijk is dit brede spectrum
een gevolg van het feit dat de -kerke-namen over een vrij lange periode zijn ge
vormd, zodat naast oudere ook modernere antroponiemen er deel van konden
gaan uitmaken. Helaas bleek de onzekere etymologie van sommige persoonsna
men niet altijd een aanwijzing voor de relatieve ouderdom van de daarmee sa
mengesteld toponiemen. Zij bevestigden vooral het conservatieve en insulaire
karakter van de Zeeuwse antroponymie in de middeleeuwen.
Primaire nederzettingsnamen
Wij komen nu bij de semantische groep van de primaire nederzettingsnamen.
Daaronder verstaan wij namen die zijn ontstaan door de benoeming van een
plaats met een woord dat de aard van de nederzetting aanduidde. Het gaat daarbij
over het algemeen om een vrij beperkt aantal woorden dat in vrij veel plaatsna
men is toegepast. Een gevolg daarvan is dat meer plaatsnamen hetzelfde grond
woord bezitten, waardoor het mogelijk is ze te benutten voor naamtypologisch
onderzoek. De vorming van primaire nederzettingsnamen is in alle germaanse
talen al uit voor- en vroeghistorische tijd bekend. Toch zijn er internationaal en
regionaal chronologische verschillen in aan te wijzen. Sommige naamtypen heb
ben slechts gedurende een bepaalde periode gefunctioneerd, andere zijn veel lan
ger productief gebleven. Het bekendste gidswoord voor vroegmiddeleeuwse ne
derzettingsnamen is natuurlijk heem, dat tussen de vijfde en de tiende eeuw in
zeer veel streken is gebruikt bij de naamvorming. Namen op -heem zijn in Zee
land uiterst zeldzaam. Geen enkele is bovendien samengesteld met een persoons
naam. Wel kennen wij er enkele die met een personengroepaanduiding op -inga
-inge zijn samengesteld. Deze zal ik samen met de overige Zeeuwse -inge(n)-
namen in een volgend artikel behandelen. En de -hem-namen in de zogenaamde
Lijst van Echtemach, zal men vragen (Blok 1979, 130; voorzichtiger in Lexicon,
passim). Het betreft hier namen op -hem die voorkomen in een onvolledige cijns-
lijst van bezittingen van het klooster Echtemach op Walcheren. Ik reken deze
evenwel niet tot de samenstellingen met -heem, maar tot die met -hem (Fruin
1892, 291-306; Tack (1939, 52-72). Zij komen hieronder bij de natuur- en veld
namen aan de orde.
Namen op -dorp(e)
Het element -dorp is eèn veel problematischer reisgenoot op onze tocht door de
middeleeuwse Zeeuwse toponymie. In de eerste plaats is er de vraag naar zijn be
tekenis op het moment van de naamgeving. Was dit 'dochtemederzetting' of
14