vorm bij een naam met Dod-/ Dud- (Tavemier-Vereecken 1968, 122).
Duvenee, verdwenen dorp bij Zuid-Beveland, a. 1248 cop. Duuene OBHZ
Kruisheer II, 756): PN Duvin, zie Duivendijke.
Heidenzee, verdwenen water bij Wulpen, a. 1167 Hiddeneze; a. 1207 cop. He-
denese OBHZ Koch I, 386); a. 1223 cop. Heydenzee OBHZ Kruisheer II, 430).
Er is over deze naam zeer veel te doen geweest, omdat men hem in verband heeft
gebracht met de Hiddensee uit de Hildesage (Kaufmann 1965, 178; Jungandreas
1978, 632-3). Zoals ik al eens vroeger heb uiteengezet, schaar ik mij op dit punt
aan de kant van de ongelovigen en neem ik niet aan dat het hier om een vemoe-
mingsnaam gaat (Rentenaar 1984, 371). Het is een gewone Zeeuwsvlaamse sa
menstelling op -ee met Hiddin Hildin, een diminutivische vorm bij een naam
met Hi ld- (Gysseling TW, 464).
Hurdzee, vroegere naam voor het dorp 's-Heer Arnoudshaven op Schouwen, a.
1321-2 cop. Hordzeesluys (Fokker I 1909, 216); a. 1342 Hurdzee dat nu heet
Heer-Aernoudshaven Reg Han 1881. 284): PN Hurdo, korte vorm van een twee
ledige naam met Hord-/ Hurd- (Kaufmann 1968, 193, 210).
Mannezee, verdwenen waterloop ten oosten van Middelburg, a. 1531 Manezee
(AZG III 1888, 284): PN Manne Mannovanouds een eenledige naam (Taver-
nier-Vereecken 1968, 22-23); Kaufmann 1968, 246).
Namen op -vliet die zijn samengesteld met persoonsnamen, zijn onder meer:
Rengersvliet, verdwenen water bij Hengstdijk, a. 1326 Rengheersvliet (Gott-
schalk 1984, 256); a. 1327 Reingheersvliet (Gottschalk 1984, 257): PN Reinger.
Dondelinsvliet, verdwenen water bij Kadzand, a. 1189 DondelinsvlietPN
Dondelin. Deze persoonsnaam is mij verder niet bekend, wel daarentegen - juist
in Vlaanderen - Dodolin, diminutief bij een naam met Dod-/ Dud- (Marynissen
1986, 101). Wellicht is Dondelin dezelfde naam, maar dan met de in Vlaanderen
vrij veel voorkomende 'anorganische (Tavemier-Vereecken 1968, 380).
Dumhinsvlietverdwenen water bij Kadzand, a. 1177-87 Dumhins flitPN
Dumhin, waarschijnlijk de diminutivische naam Duvin met insertie van 'anorga
nische m' en daarop volgende wederzijdse assimilatie van -nv- tot -mb- (Taver-
nier-Vereecken 1968, 380).
Hugevliet, verdwenen smalstad ten noorden van IJzendijke, a. 1251 Hughen-
vlite (Gottschalk I 1955, 52): PN Hugo.
Lammensvliet, vroegere naam voor Sluis, a. 1252-93 Lambinsvliet, a. 1309
Lamminsvliet, que l'on appelle Ecluse (De Flou IX 1929, 56-57): PN Lambin,
diminutivische vorm van Lambert.
Odrosvliet, verdwenen water op Schouwen, a. 1003 Odrosfliet. Lexicon, 268,
neemt als bepalend element een oude waternaam aan. Dit lijkt mij naamtypolo-
gisch niet zo waarschijnlijk. Namen op -vliet zijn op verschillende manieren ge
vormd, maar epexegetische samenstellingen komen er niet onder voor (Schön-
feld Wn 145-150). Als we bij Odrosvliet uitgaan van een persoonsnaam als
bepalend element, valt wellicht te denken aan *Odero *Odaro *Audaro, een
hypocoristische -/-uitbreiding bij de stam Aud- (Kaufmann 1965, 321
De woorden waal en weel zijn uit later tijd in de eerste plaats bekend als aan
duidingen voor de diepe plassen die ontstonden na een dijkdoorbraak. Beide
woorden zijn in Zeeland al weer enige tijd op de terugtocht. Waal is al geheel uit
het levende taalgebruik verdwenen, terwijl weel alleen nog op een aantal eilan
den bekend is (Fockema Andreae 1955, 60-62). Voor er sprake was van dijken,
hadden waal en weel natuurlijk de meer algemene betekenis 'diepe poel. kolk' en
23