handeld hebben, versterkt echter wel de gedachte dat de eerste bewoning een verspreid karakter heeft gedragen en aanvankelijk vooral langs het water en later ook langs de dijken werd aangetroffen. In een volgend stadium zijn de nederzet tingen dan meer tot kernen geconcentreerd, waarbij de kerk vaak als aantrek- kingspunt heeft gefungeerd. Dit alles zijn heel voorzichtige conclusies, die slechts zijn gebaseerd op een onderzoek van samenstellingen met persoonsna men in de middeleeuwse toponymie van Zeeland. Ik ben benieuwd of de neder zettingshistorici mijn opvattingen zullen delen. 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 60