I. LEVENSLOOP 1Algemeen Jacobus Willemsen heeft zelf een terugblik op zijn leven gegeven in een preek die hij in 1774 heeft gehouden ter gelegenheid van zijn vijftigjarige ambtsbedie ning. Deze preek heeft hij enige jaren later (1777) in het licht gegeven6. De auto biografische gegevens zijn door hem voor deze gedrukte uitgave naar alle waar schijnlijkheid nog uitgebreid, zodat dit werk kan worden aangemerkt als een primaire bron voor de beschrijving van het leven van Willemsen. In het navolgende wordt dit geschrift herhaaldelijk geciteerd of er wordt naar verwezen. Dit gebeurt enerzijds omdat het de basis vormt van de hier gegeven le vensbeschrijving, anderzijds omdat aan de visie van Willemsen zelf groot ge wicht wordt toegekend. Alleen uit zijn eigen woorden komen we immers aan de weet hoe hijzelf de gebeurtenissen in zijn leven gezien en ervaren heeft. 2. Afkomst en jeugd Jacobus Willemsen werd op 22 juli 1698 geboren te Middelburg. Hij was het tweede kind uit het huwelijk van Johannes Willemsen en Magdalena Suzanna de Cliever7. Zijn vader, die koopman was, overleed reeds in 17008. Jacobus Willem sen heeft hem niet bewust gekend. Zijn moeder hertrouwde met Stefanus de Swarte, notaris en procureur te Middelburg. Jacobus en zijn zuster Anna Jacoba kregen in zijn huis hun opvoeding. De relatie met deze stiefvader is kennelijk vrij goed geweest, want later heeft Jacobus aan hem één van zijn verhandelingen opgedragen. Een man die in het bijzonder heeft bijgedragen tot zijn geestelijke vorming, is zijn grootvader Jacob Willemsen 1644-1712)9. Deze man moet een bijzondere persoonlijkheid zijn geweest. Hij was kiesheer van de stad Middelburg. Meerma len was hij ook ouderling. In zijn jonge jaren was hij een ijverig lid van de rede rijkerskamer 'Het bloemken Jesse', met de spreuk 'in minnen groeiende'. Lange tijd maakte hij zelfs deel uit van hel bestuur van deze instelling. In 1679 ontving hij hiervan een ereprijs voor de beantwoording op rijm van enige merkwaardige vragen over Adam. Hij was iemand die zich graag bezighield met geestelijke poëzie. Een tweetal gedichtenbundels verscheen van zijn hand, te weten: Gezan gen van de gangen Gods in zijn heiligdomMiddelburg 1683 en 1706; en Sions zielsbanketten. Middelburg 1713. Laatstgenoemd werk is later door zijn klein zoon tweemaal opnieuw uitgegeven, te weten in 1731 en 1757. Hoewel Jacob Willemsen geen hogere school had bezocht, bezat hij toch kennis van de talen Latijn, Grieks en Hebreeuws. Door zelfstudie had hij zich die eigen gemaakt en wel met het oog op de bestudering van de bijbel. Deze kennis was van groot be- 6. Willemsen, Een graaggetrouw dienaar. 7. Zij was een dochter van ds J. de Cliever, laatstelijk predikant te Vlissingen. 8. Nagtglas. Levensberichten, dl 2, 954, vermeldt ten onrechte 1709 als jaar van overlijden. 9. Nagtglas, Levensberichten, dl 2. 954, vermeldt abusievelijk Johannes Willemsen (1640- 1715) als grootvader van Jacobus Willemsen. Dit was echter een broer van zijn grootvader. 36

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 70