Vrijer op waarheid berust, is niet gemakkelijk vast te stellen. Merkwaardig is echter, dat er juist tussen Lampe en Smytegelt zekere overeenkomsten waren. Met name op het punt der prediking was dit het geval; beiden bepleitten namelijk sterk het persoonlijk geestelijk leven. Het feit dat er tussen Fruytier en Lampe een controverse was geweest, kan echter een negatief oordeel over Lampe bij Smytegelt hebben veroorzaakt. Als dit al zo geweest mocht zijn, dan heeft dat echter niet geleid tot een minder goede verhouding tussen Willemsen en Smyte gelt. Steeds als Willemsen over Smytegelt spreekt, doet hij dit met veel respect61. Op het punt der prediking bestond er ook een groot verschil tussen beiden62. On danks deze verschillen hadden zij echter minstens één zaak gemeen: allebei waren zij uiterst geliefd bij de Middelburgse bevolking. Geen enkele predikant na hen kon zich ooit verheugen in een populariteit zoals zij die hebben genoten. Met de Voetianen Jacobus Leydekker en Carolus Tuinman heeft Willemsen maar kort samengewerkt, omdat beiden korte tijd later overleden63. Van de overi gen is met name Henricus de Frein (1673-1747) het vermelden waard. Bekend heid heeft hij vooral gekregen met zijn geschrift tegen het kaartspel64. De Frein heeft als oudere collega, lange tijd samen met Willemsen de Middelburgse ge meente gediend. Pas in 1746 heeft hij het ambt neergelegd65. Over de overige collega's spreekt Willemsen ook zeer positief. Het meest verwant heeft hij zich gevoeld met Johannes Plevier, die door hem werd aangeduid als 'den rechteer- waarden Vader in God' en als 'dien groten Apollos'66. Overigens zou Willemsen al heel spoedig enige geestverwanten naast zich krijgen te Middelburg; evenals hij. Middelburgers van geboorte en leerlingen van Lampe. Zijn hartevriend Izaak Schorer, die predikant te Maastricht was gewor den, had namelijk eveneens een beroep naar Middelburg gekregen. Ook hij nam het beroep aan en werd op 18 april 1728 bevestigd. Een jaar later deed intrede hun beider vriend Samuel Koenraad de Bruine. Vastgesteld kan worden dat de leerlingen van Lampe hierdoor te Middelburg sterk vertegenwoordigd waren. Ook in de jaren daarna zouden nog meer leerlingen van Lampe hier predikant worden, te weten: Kornelis Boot, Nicolaas Barkey en Johan Hendrik Bachiene. Uit de door Drage gepubliceerde lijst van leerlingen van Lampe, waarop al deze personen voorkomen, blijkt dat er in geen enkele plaats in Nederland zoveel leer lingen van Lampe predikant zijn geworden als te Middelburg67. Te Middelburg was Willemsen weer onder zijn familie en bekenden gekomen. Van de inwoners van Middelburg kende hij er reeds velen, doch niet allen. Zo maakte hij kennis met Willem Swancke (1675-1733), jurist en lid van de Raad van Vlaanderen68. Deze man was niet alleen een vooraanstaand burger, maar ook 61. Vgl. Willemsen, Eene keurige verzameling, 113. 62. Zie verder over de prediking hoofdstuk 2. 63. Jacobus Leydekker (1656-1729), eveneens van geboorte een Middelburger, was een jon gere broer van Melchior Leydekker. Hij schreef vele (polemische) werken. Carolus Tuinman (1659-1728) is vooral bekend om zijn fulmineren tegen de aanhangers van Pontiaan van Hat- tem en met name tegen Jacob Roggeveen. 64. De Frein, Het spelen met de kaart. 65. Nagtglas, De algemene Kerkeraad, 42-43. 66. Willemsen, Een graaggetrouw dienaar, 232. 67. Drage, De zalige uitgang, 192-196. 68. Nagtglas, Levensberichten, 622-623. 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 81