Pieter de la Rue (1695-1770)
Deze vriend van Boddaert behoorde ook tot degenen met wie Willemsen contact
had, zij het niet in die mate als met de twee eerst genoemde personen. Evenals
Boddaert had ook hij gestudeerd in Leiden en zich te Middelburg gevestigd als
advocaat. Zoals boven vermeld, gaf hij samen met Boddaert enige gedichtenbun
dels uit. De bekering van Boddaert en de gesprekken met Swancke hadden ook
op De la Rue hun uitwerking: hij raakte in een ernstige crisis. Velen meenden dat
hij krankzinnig was geworden. Hij was daardoor niet meer in staat geweest enig
werk te verrichten. Toch kwam er weer verbetering en na twee jaar beschouwde
men hem als volkomen genezen. In 1725 werd hij benoemd tot Rekenmeester
van Zeeland. Op aandringen van Boddaert richtte ook De la Rue zich voortaan
op het geestelijk dichtwerk. In dit kader kreeg ook Willemsen contact met hem.
De la Rue is later vooral bekend geworden als Zeeuws geschiedschrijver82.
Overige vrienden
Betreffende de overigen kan nog het volgende worden opgemerkt. Petrus Dathe-
nus was boekhandelaar en drukker van de Staten van Zeeland83. Met deze af
stammeling van de grote Datheen heeft Willemsen ook enig contact gehad. Lam-
bertus Myseras (1676-1740) was schrijver van een bundel geestelijke poëzie en
een aantal stichtelijke traktaten, die vele malen werden herdrukt. Over hemzelf
zijn weinig gegevens bekend84. Contact tussen hem en Willemsen is er vermoe
delijk weinig of niet geweest. Naastbovengenoemde personen zijn er zeker nog
meer te noemen, die zich met het maken van gedichten bezighielden. Of men
veel contact met elkaar had, is niet geheel duidelijk.
Te Middelburg vond Willemsen beduidend meer werk dan in zijn vorige stand
plaatsen. Op veler verzoek zette hij de 'oefening' voort, die altijd door Voget
werd gehouden op de maandag voorafgaand aan de bediening van het avond
maal. Een deel van de in dit kader gehouden preken is door de schrijfarbeid van
mejuffrouw J.P. Winckelman bewaard gebleven85.
Eerste en tweede huwelijk
Voor Jacobus Willemsen was 1728 een erg belangrijk jaar, niet alleen omdat hij
was teruggekeerd in Middelburg, maar ook omdat hij in november van dat jaar in
het huwelijk trad met Anna Katharina Matheeus. Zij was de enige dochter van
Boudewijn Matheeus, schepen en raad van de stad Middelburg, en Katharina Eli
sabeth Christiaanse. De jonge bruid was nog maar een meisje van zestien jaar,
'doch haar edele gemoedsgaven en gestalte des lighaams overtroffen haare jonge
jaren'86.
Kenmerkend voor Willemsen is, dat hij een uitvoerige verklaring met He
breeuwse en Griekse woordbetekenissen geeft van de namen van zijn vrouw. Op
deze wijze stelde hij vast. dat zij een 'Begenadigde Reine Gave' was!87.
82. De la Rue, Geletterd Zeeland.
83. Nagtglas, Levensberichten, dl 1, 149-150.
84. BLGNP. dl 1, 141.
85. Zeeuwse Bibliotheek, handschriften KZGW. hs. 6287.
86. Willemsen, Een graaggetrouw dienaar. 174.
87. Ibidem, 174.
51