een zeer zware slag, waar zijn toch al niet sterke gezondheid ook ernstig onder
leed. Op advies van zijn artsen bezocht hij daarom in 1736 de wateren van Spa.
Een brief die hij vanuit deze stad zond naar zijn vriend Izaak Schorer is nog be
waard gebleven98. De minerale wateren deden hem goed. De verre reis was dus
niet tevergeefs geweest. Willemsen richtte zich vervolgens geheel op zijn werk.
Dit te kunnen doen, verschafte hem nog enige vreugde. Ruim twee jaar later trad
hij opnieuw in het huwelijk, nu met Elisabeth Verwout Noiret. Zij was een fami
lielid van zijn overleden vrouw en Willemsen kende haar reeds een heel aantal
jaren. Onder zijn prediking was zij ook tot bekering gekomen. De familie Ver
wout Noiret behoorde tot de mensen van goede stand. De huwelijksvoltrekking
vond plaats op 22 juli 1738, de veertigste verjaardag van Willemsen.
In een groot aantal huwelijksgedichten werd uiting gegeven aan de feest
vreugde99. Er brak nu voor Willemsen een betere tijd aan. Ook met zijn gezond
heid ging het goed, zijn werk kon hij nu zelf volledig verrichten zonder de hulp
van een proponent.
Beroep naar Amsterdam
Op 12 april 1740 ontving Willemsen een beroep naar Amsterdam. Op zichzelf
was het ontvangen van een beroep uit de grootste stad van het land een gewel
dige eer en stellig voor velen een zeer begerenswaardige zaak. Het bracht Wil
lemsen echter in een situatie van geweldige geestelijke spanning. Was het Gods
wil dat hij aan deze roep gehoor zou geven en zijn dierbaar Middelburg zou ver
laten? Het heeft Willemsen behoorlijk veel strijd gekost om hierin tot klaarheid
te komen. Duidelijk blijkt dat hij aanvankelijk er geheel van overtuigd was te
moeten vertrekken naar Amsterdam. Hij was daartoe ook bereid. Doch het ver
ging hem als Abraham:
Toen hij zich gewillig toonde om op Goddelijk bevel zijn eenige zoon, zijn Izaak
dien hij lief had. te slachten, daar in wederhouden wierd en in last kreeg: strek
uwe hand niet uit...100.
Toen hij zich dus gewonnen gaf om te gaan, kreeg hij te geloven toch te Middel
burg te mogen blijven. Op 8 mei 1740 verbond hij zich opnieuw aan zijn ge
meente met de tekst 1 Thessalonicenzen 2:8. In het deel van de preek dat men de
toepassing pleegt te noemen gaf hij een zeer breedvoerige uiteenzetting van de
overwegingen die tot zijn beslissing hadden geleid101. Hieruit wordt duidelijk, dat
het een heel moeilijke beslissing voor hem is geweest.
Door de magistraat van Middelburg werd Willemsen daarop het professoraat
in de godgeleerdheid aan de Illustre School aangeboden. Hij was niet de eerste
en ook niet de laatste, die een dergelijk aanbod kreeg. Zijn vriend Izaak Schorer,
die korte tijd later ook een beroep naar Amsterdam kreeg en daar eveneens voor
bedankte, viel dezelfde eer te beurt102. Willemsen durfde de aanbieding niet met-
98. Zeeuwse Bibliotheek, handschriften KZGW. hs. 1483.
99. Zeeuwse Bibliotheek, gelegenheidsgedicht nr 91
100. Willemsen, Een graaggetrouw dienaar. 184.
101. Willemsen, Eene keurige verzameling, 102-114.
102. Schorer werd het professoraat in de kerkgeschiedenis aangeboden, hetgeen ook door
hem werd aanvaard.
53