Willemsen sprak in deze dienst de prins langdurig toe. De 'tederhartigste heil wensen' die hij uitte, zorgden ervoor dat de prins tot tranen toe bewogen werd. Vreugde was op ieders gezicht te lezen. In de middagdienst bood Willemsen de vorst een 'Heilwens in dichtvorm' aan. Het begin luidde: Triompf, triompf, mijn dierbaar Middelburg! Kom in de rei met witte feestgewaaden, Zing nu triompf. Roem 's Heeren liefdezorg, Strooi, welgemoed. Oranje en roozebladen106. Willemsen heeft na de dienst nog een persoonlijk gesprek met de stadhouder gehad. Deze vroeg of hij de preek die Willemsen die morgen had gehouden mis schien mocht hebben, zodat hij deze nog eens kon overlezen. Met dit verzoek bracht hij Willemsen wel in verlegenheid; deze had namelijk geen woord op pa pier staan!107. De preek is echter alsnog op papier gezet en keurig uitgegeven108. In 1748 verscheen te Edinburgh zelfs een Engelstalige uitgave109. Volgens Nagt- glas is dit eveneens gebeurd op verzoek van de prins110. Niet uitgesloten is, dat de prins het inderdaad wel aangenaam heeft gevonden, dat ook in het land van zijn echtgenote kennis kon worden genomen van de wijze waarop men hem in Zee land als 'heer en heiland' had begroet. Wat precies de reden is geweest, waarom juist Jacobus Willemsen in deze be langrijke dienst mocht voorgaan, is niet met zekerheid te zeggen. Feit is, dat hij de prins bijzonder genegen was. Mogelijk hield dit ook verband met Lampe. Lampe had namelijk in 1727 zijn driedelig werk over de ethiek aan prins Willem Karei Hendrik Friso opgedragen111. De prins had daar erg positief op gereageerd. In het voorwoord van zijn geschrift prijst Lampe de prins om het feit, dat deze zich onthield van jagen, spelen, theaterbezoek en andere tijdverspillingen. Hij stelde dat er nu een prins was opgestaan die reeds vroeg tot de overtuiging was gekomen, dat een staat slechts bloeien en gelukkig zijn kan, wanneer ze naar Gods wet wordt bestuurd112. Voorts had Lampe een erg goede relatie gehad met de moeder van de prins, de godvruchtige Maria Louise, hetgeen ondermeer blijkt uit veertien bewaard gebleven brieven die Lampe haar schreef tussen 1724 en 1729113. De uiterst positieve houding van Willemsen ten aanzien van de prins en diens verheffing tot stadhouder van Zeeland dient in het licht van het bovenstaande te worden gezien. Ook op dit punt ging Willemsen in het voetspoor van zijn leer meester Lampe. Hoewel nog niet meteen alle onrust en oorlogsdreiging voorbij was - in septem ber viel Bergen op Zoom nog in handen van de Fransen - duurde dit toch niet lang meer; op 18 oktober 1748 werd de vrede van Aken gesloten. Daarmee trad 106. Willemsen, Heilwensch. 107. Willemsen, Een graaggetrouw dienaar, 214. 108. Willemsen, Gekroonde stenen. 109. Willemsen, The stones of a crown lifted up. 110. Nagtglas, Levensberichten, dl 2, 958. 111. F. A. Lampe, Delineatio theologiae activae, Utrecht 1727. 112. Snijders, Friedrich Adolf Lampe, 47-48. 113. Ibidem, 48-49. 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1991 | | pagina 92