rond deze stad treffen wij tot 1359 niet aan58. Nu zijn dergelijke oorkonden ook buiten Middelburg vrij zeldzaam. De meeste zijn alleen overgeleverd omdat zij, vaak veel later, in de archieven van steden en kloosters zijn terecht gekomen. Zo treffen wij dit soort Nijmeegse schepenoorkonden aan als retroacta in het archief van de abdij Grafenthal bij Goch; een aantal van dergelijke stukken op naam van schepenen van Dordrecht is bij de bescheiden van het stadsbestuur bewaard ge bleven5'1. Desondanks levert reeds een oppervlakkig onderzoek naar dit soort oor konden in andere steden een aardig aantal voorbeelden op uit de dertiende en het begin van de veertiende eeuw™, terwijl intensief speurwerk naar dergelijke Mid delburgse oorkonden niets heeft opgeleverd. Het ontbreken in Middelburg van dit soort oorkonden vóór 1359 lijkt op het eerste gezicht te verklaren uit de ge brekkige overlevering van het bronnenmateriaal. Maar is deze overlevering echt wel zoveel slechter dan elders? Het stadsarchief is thans dan wel geheel verloren, Unger heeft hiervan toch veel uitgegeven''1. Maar noch in deze bronnenuitgave, noch in de inventaris van het stadsarchief van De Stoppelaar65, gemaakt vóór de zo desastreuze meidagen van 1940, worden dit soort oorkonden vermeld. Dat ook de archieven van de in en rond Middelburg gegoede kloosters niet slecht zijn overgeleverd, blijkt wel uit het feit dat wij daarin reeds vroeg oorkonden van par ticulieren aantreffen waarvan deze instellingen zelf de begunstigden zijn. Zo vin den wij in het archief van de O.L. V.-abdij vanaf de jaren veertig van de dertiende eeuw dergelijke schenkingen65. Wij kunnen ons dan ook niet aan de indruk ont trekken dat oorkonden uitgewisseld tussen particulieren aldaar als retroacta ont breken - de oudste in het abdijarchief dateert pas van 24 augustus 136764 - omdat zij niet of slechts sporadisch zijn uitgevaardigd. Het niet op schrift stellen van overdrachten van onroerend goed tussen de burgers onderling lijkt wederom te wijzen op een nog weinig ontwikkelde schriftelijke cultuur, dit wederom in te genstelling tot de wijze van ontstaan van de stadskeur. De vorm van de veertiende-eeuwse Middelburgse schepenoorkonden geeft wel licht de oplossing in dit probleem van elkaar tegensprekende aanwijzingen. Bijna 58. Het oudste voorbeeld van een dergelijke oorkonde dateert van 3 jan. 1359 (De Waard, De ar chieven der godshuizen, regest nr 2). 59. Zie voor Nijmegen in Dijkhof, OGZ, abdij Grafenthal, de nrs 1291.05.13 en 1297.10.06; voor Dordrecht J.L. van Dalen, Inventaris van het archief der gemeente Dordrecht, 1. de grafelijke tijd, 1200-1572 (2 dln, Dordrecht 1909-1912), regest nrs 48. 49. 63, 65, 66. 68, 73, 74, 75, 76, 77, 78, 113 en 162. 60. Bijvoorbeeld Utrecht tot 1301 zeventien stuks, 's-Hertogenbosch alleen al tot het einde van de dertiende eeuw 36 stuks, Nijmegen tot 1325 twee stuks buiten de reeds genoemde in de vorige noot. Delft tot 1325 vijftien stuks. 61Unger. Bronnen tot de geschiedenis van Middelburg. 62. J.H. de Stoppelaar. Inventaris van het oud archief der stad Middelburg (Middelburg 1883). 63. Het vroegste voorbeeld dateert van augustus 1247; Kruisheer, OHZ, nr 716. Uit dezelfde tijd stammen soortgelijke oorkonden voor de abdij Rijnsburg (d.d. mei 1246) en het Duitse Huis (d.d. 5 aug. 1248 en 21 aug. 1249); resp. Kruisheer. OHZ. nrs 686. 767 en 823. 64. Fruin. Hel archief der O.L.Y. abdij, regest nr 545. Dat de kanunniken niet in de loop van de eeu wen alle oorkonden die niet meer van belang zijn rigoreus uit hun archief hebben verwijderd, ligt niet voor de hand gezien het voorkomen van een aantal stukken waarvan thans het verband met het ar chief niet meer valt aan te tonen, maar die er mogelijk wel toe hebben behoord (vgl. Fruin, o.c., 137- 142). 73

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 107