Middelburg onder aankondiging van 'der port zeghel"". Een zegelaankondiging waarmee dat van de gezamenlijke burgers wordt bedoeld, zoals uit een andere oorkonde blijkt". De oorkonden daarentegen die zijn voorzien van de zegels van schepenen betreffen alle rechtshandelingen van personen die niet als poorter worden aangeduid en voor zover valt na te gaan, dit ook niet zijn. Zo betreft de schepenoorkonde van 16 juni 1289 een schenking aan abt en convent van Mid delburg door Willem, Gillis en Paul, zonen van ambachtsheer Paul van Brig- damme85. In het eerste kwart van de veertiende eeuw is het hiervóór geschetste patroon niet meer zo duidelijk waarneembaar. Slechts de oorkonde op naam van burge meesters, schepenen en 'ghemene port' van 23 januari 130286 waarin zij de schenking door vrouwe Geile, poorteres van Middelburg, vastleggen, voldoet nog aan het zojuist geschetste beeld. In de oorkonden van na die datum ontbreekt echter iedere aanduiding betreffende het poorterschap van de auteurs van de rechtshandeling. Charters uit 1315 en 1321147 lijken de hier geschetste gang van zaken ook voor het eerste kwart van de veertiende eeuw te bevestigen, oorkon den uit 1312, 1314, 1315 en 131788 lijken juist op een gewijzigd gebruik te wij zen. Toch bevestigt juist een stuk dat zich in eerste instantie als uitzondering voor doet, het genoemde patroon ook voor de eerste jaren van de veertiende eeuw. Op 29 november 1312 vermaakt Hendrik Braam, parochiepriester van Reimerswaal, ten overstaan van schepenen van Middelburg al zijn bezittingen aan zijn execu teurs-testamentair ter stichting van een kapelanie in de Wcstmonsterkerk. De ze gels aan dit charter zijn alle verloren89. Gezien de tekst is het stuk bezegeld door de oorkonder zelf, door vier geestelijken en zeven schepenen van Middelburg. Enkele dagen later, op 12 december, vaardigt Hendrik een zo goed als gelijklui dende oorkonde uit90. Van de bezegeling met twee zegels resten nog slechts de sneden in de pliek. Gezien de zegelaankondiging is dit charter met het zegel van de oorkonder en dat van 'scepenen, burghermeysters cndc den ghemeenen raet 83. Van den Bergh, OHZ. II. nr 1024. 84. Aan de oorkonde van 29 nov. 1299 (Gysseling, CMT, 1-4, nr 1815A) hangt het zegel van de ge zamenlijke burgerij, het 'sigillum opidanorum' aldus het randschrift CSNnr 608); deze oorkonde staat op naam van schepenen, burgemeesters, raadslieden en burgerij van Middelburg, in de zegelaan kondiging wordt 'onsen ghemenen zeghele van der port van Middelburgh' aangekondigd. 85. De Fremery, OHZ, nr 258. 86. Fruin, Hel archief der O.L.V. abdij, regest nr 122, ad 23 januari 1301 87. De oorkonden van 13 juni 1315,22 nov. 1315, 25 okt. 1321 en lOnov. 1321 (FruinHe! archief der O.L.V. abdij, resp. regest nrs 139, 142. 167 en 168) zijn gezien de zegelaankondigingen alle be krachtigd met het zegel van de stedelijke gemeenschap en betreffen alle rechtshandelingen door per sonen die gezien hun namen vermoedelijk poorter zijn. 88. De oorkonde van 29 nov. 1312 (meer details hierover in de volgende alinea), en de vier sche penoorkonden van 7 dec. 1314, 24 mei en 15 juni 1315 en 16 mrt 1317 (zie noot 80) zijn bezegeld door alleen schepenen terwijl de namen van de auteurs van de rechtshandeling die van poorters lijken te zijn. 89. Fruin. Het archief der O.L.V. abdij regest nr 126. Dat de oorkonde misschien nooit uitgevaar digd zou zijn wordt weersproken dooreen vidimus van 24 apr. 1491 (Fruin. op. c. regest nr 1012). De oorkonde is klaarblijkelijk op dat moment nog van belang en wordt zo te zien van groter belang ge acht dan de hierna te noemen heruitvaardiging van 12 dec. 1312. 90. Fruin. Het archief der O.L.V. abdij, regest nr 127. De verschillen tussen beide teksten zijn te verwaarlozen: éénmaal een verschil in woordvolgorde, éénmaal een andere woordkeus, namelijk 'aerbeit' in plaats van 'pine'. 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 113