geduld om de hand aan de ploeg te slaan. Ruim voor de opening van de zitting van de Staten-Generaal begon hij samen met zijn vriend en stadgenoot L.C. Lu- zac aan de voorbereiding van een liberaal initiatief-wetsontwerp tot wijziging van de grondwet. Hij had haast. Zijn termijn als tussentijds gekozen kamerlid liep in november 1845 af. Tijd voor langdurig overleg was er niet. Wie aarzelde, deed maar niet mee. Op 9 december kwam het voorstel bij de Kamer binnen, on dertekend door Thorbecke en zeven van zijn collega's. Later voegde zich nog een kamerlid hierbij. Dit initiatief is bekend als het voorstel der Negenmannen. Er is reden om naar de samenstelling van dit groepje te kijken. De leden van de Tweede Kamer werden gekozen door de provinciale Staten. De provincies fungeerden als kiesdistricten, de leden van de Statenvergaderingen als kiezers. De grondwet bepaalde het aantal leden dat iedere provincie naar de Kamer afvaardigde. Dat aantal varieerde van 12 leden voor Zuid-Holland tot één afgevaardigde voor Drenthe. In het groepje Negenmannen was Zuid-Holland met drie kamerleden vertegenwoordigd. Gelderland met twee, Overijssel, Noord-Bra bant, Groningen, en Friesland met ieder één. Het meest opvallende in deze sa menstelling is het ontbreken van Noord-Holland dat tien kamerleden afvaar digde. Ook Zeeland, Utrecht en Limburg, die ieder drie kamerleden benoemden, mankeerden4. Bij de liberalen genoot Zeeland een conservati&ve reputatie. In zijn commentaar op de kamerverkiezingen in de zomer van 1844 merkte de staatkun dig redacteur van de Arnhemsche Courant, Thorbeckes trouwe discipel N. Oli vier, sarcastisch op: 'Er is geene provincie, welke Noord-Holland niet verre ach ter zich laat en beschaamt, of het moest Zeeland wezen. Deze twee hebben elkander inderdaad niets te verwijten'5. Dat betekende echter niet dat de zaak van een radicaal-liberale grondwetsherziening onder de Zeeuwen geen aanhangers had. In de publieke discussie over de modernisering van het politieke bestel speelde de Vlissingsche Courant een rol van meer dan lokale of regionale betekenis. De in 1834 opgerichte krant, die drie keer in de week verscheen, maakte onder de re dactie van F. van Sorge, secretaris van de gemeente Biggekerke. directeur van een door hem zelf opgerichte Maatschappij van Veeverzekering te Middelburg en eigenaar van een kruidenierswinkel aldaar, een opmerkelijk politiseringsproces door. Zij werd 'het eerste politiseerend blad in Zeeland'6. In augustus 1839 nam zij uit de Arnhemsche Courant een snorkend manifest van de liberale Haagse ad vocaat D. Donker Curtius over'. De krant ontwikkelde zich tot een orgaan van de liberale oppositie. Niet alleen Donker, die zich openlijk als abonnee aanmeldde8, maar ook Thorbecke had waardering voor de publicistische activiteiten van Van Sorge. In de Arnhemsche Courant schreef de Leidse hoogleraar een kritisch- waarderende bespreking van een brochure van de Middelburger over de wetge- 4. In Rondom 184843, karakteriseert Boogman de Negenman Anemaet als 'de Zeeuwse notaris'. Anemaet was echter notaris in Sommelsdijk, burgemeester van zijn geboorteplaats Nieuwe Tonge en lid van de Tweede kamer voor Zuid-Holland. 5. Het hoofdartikel 'Provinciale staten-vergadering' in de Arnhemsche Courant (AC) van 16 juli 1844. Zie voor Olivier en de AC Hooykaas, 'Thorbecke en de pers', in het bijzonder 48-50. 6. Abrahams, Pers in Zeeland114. Drs J.C. Schouwenaar bereidt een studie over de Vlissingsche Courant (VC) voor. 7. VC van 27 augustus 1839. 8. VC van 16 november 1839. 102

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 136