der Vlissingsche Courant heb gekregen) het geen ZEd. liever zag dat ik dit niet deed. en waarop ik van ZEd. de zoo beruchte Staat Kundige brieven en andere Werkjes van de aristocra- titiesche partij ter lezing kreeg, kon ik uit dezelve geen troost voor mijn zelfs, en nog minder heil voor het vaderland daar in vinden. Ik geloof niet Edel Mogende Heer, dat ik voor dit gedaan te hebben, en ieder burger te ver- maanen, tot geduld en vertrouwen, op de toekomst, daar hun lot in gods hand is, ik zeg - - ik hoop niet dat men mij dit ten kwaden zal duiden, of dat ik daar door in ongelegenheid zou kun nen komen, in dit onverhoopte geval, hoop ik in den Ed. Heer M'. Donker Curtius een verde diger te zullen vinden. Mijne omstandigheden zijn van dien aard (bestaande in het les geven in de werk dadige navi gatie waar van zoo weinig te doen is) dat ik geen voorschotten van zegels kan doen. en om andere daar om te vraagen. mag ik niet, de moeite ontzien ik niet. daar van is den Heer P. Weds de Swart getuigen, ik heb echter weer eene petitie in omloop, die ik hoop binnen twee dagen, af te zenden, Ik heb de Brochure Herinnering en Hoop te Vlissingen laaten drukken64, ten einde dezelve op die wijs in veelerhanden mogt komen, ik had er een kleine voorrede, of liever gezegd inleiding bij gevoegd, dog den drukker durfde, zonder speciaal consent, van den Ed. schrijver van het zelve, die daar niet bij voegen, ik meende door dit stuk meer algemeen te doen worden, aan de goede zaak geen ondienst te doen, te meer daar ik mij vleije, dat de inleiding voor het zelve al- lezints geschikt was gesteld, ook had ik door een goed debiet, beter aan het petioneeren kunnen mede werken, zoo hier als op verscheide dorpen, waar ik overal particulier goed bekend ben. Vergeef Edel Mogende Heer de lange en gebrekkige stijl van een eenvoudig burger, die uEdel Mogende tevens vriendelijk verzoekt, om wanneer er aan de Herziening der grond wet ten, mogt gaan arbeiden UEdel Mogendes aandacht, als het kon zijn, te willen vestigen, op het willekeurige begeven van posten en ambten, aan zoo veele die er geen verstand toe bezitten, en de Intrigues daar bij in gebruik zijn, En ofschoon dit wel geheel buiten de grondswet herziening valt, neem ik de vrijheid UEdel Mogende, het wenschelijk voor te dragen, van een nieuw hoogst benodigd kanaal voor Middel burg, het vereenigen van de Eilanden Walcheren en Zuidbeverland met het vaste land van Ber gen op Zoom, ten einde Rotterdam zijn Rhiin vaart behoude, en ons vaderland in korte Jaaren een aanwinst van eenige honderde bunders, aller best bouwland bekomen, tot herstel der schat kist, en dit land formeert zich van zelfs, ik heb hier mijn gedachten in het korte over geuit, in de Middelburgsche Courant van 16 April en 29 Octob 11", en ofschoon men (toen de zoogenaamde vrijwillige leenig"' op til was) eenige bakens en bestekken heeft gemaakt, hoort men er op dit oogenblik niets meer van, en veelen geloven met mij, dat den adel en de aristocratitiese partij alhier, dit werk niet eens gaarne zou zien, om reden er zeer zeker hier eenig meerder vertier in dit gewest zou komen, waar thans alles kwijnt, en den Landsman tot den staat van leifeigen word gebracht. Nogmaals vraag ik uEdel Mogende om verschooning. en zoo mogelijk een paar regels in ant woord, aan hem die met de meeste hoogachting, en Eerbied, de vrijheid neemt zig te noemen Edelmogende Heer UEdel Mogendens Gehoorzame DwDienaar A. van den Abeele P.S. mijn adres" is den Heer P. Weds de Swart68, te Vlissingen, te remiteeren. 62. Wij zijn de eigenaar van het archief Thorbecke, de heer W. Thorbecke te 's-Gravenhage, erken telijk voor zijn toestemming om deze brief te publiceren. De onregelmatige spelling en interpunctie zijn gehandhaafd. Het gebruik van de hoofdletter en de punt is echter niet altijd evident. 63. Toespeling op de vrije vaart op Rijn en Schelde. 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 148