11 Badhotel. Glas: nr 12 Badhotel. De fragmenten nrs 1-4 en 8 betreffen Badorf-, nr 6 Pingsdorf-, nrs 5. 9 en 10-11 kogelpot- en nr 7 Paffrath-aardewerk. In de nieuwbouwwijk Duinenburg werd van de burchtwal het onderste gedeelte teruggevonden. De bewaard gebleven hoogte bedroeg ongeveer 60 cm. Op de overgang van wal naar gracht waren plaggen regelmatig gestapeld en tekende zich een spoor van een in de wal gedreven paai af (afb. 4, afb. 9A bij ca 33 m). In het wallichaam zelf waren de zoden veel onregelmatiger gestapeld. De bin nenzijde van het verdedigingswerk liet zich moeilijk vaststellen (afb. 9A, bij ca 22 m): naar schatting moet de wal ongeveer 12 m breed geweest zijn. Hij is aan gelegd op een dunne laag stuifzand die rust op een vlak na de Romeinse tijd ge vormde kleilaag (afzettingen van Duinkerke II). Het oude maaiveld van de burcht lag op ongeveer 50 cm boven N.A.R De ondiepe gracht doorsnijdt de stuifzandlaag en reikt lot in de genoemde kleilaag. Aan de binnenkant van de wal is een opeenvolging van woonniveau's aanwezig. Op het oude maaiveld werden kleine fragmenten Badorf-aardewerk uit de 9e eeuw gevonden, hoger in het pro fiel ook fragmenten van onder andere het jonger te dateren Pingsdorf-aardewerk (afb. 5)8. Op het terrein van het Badhotel was de wal aangelegd op eenzelfde onder grond van duinzand met daaronder klei. De opbouw van de wal. die hier een to tale breedte had van ongeveer 16 m, was nogal onregelmatig (afb. 9B). Her haalde malen werden in het wallichaam houten palen aangetroffen die onge twijfeld de functie hadden de wal meer stevigheid te geven. Vermoedelijk is de wal in twee fasen opgeworpen. Doordat het profiel herhaaldelijk instortte, kon dit evenwel niet goed worden nagegaan. De eerste fase ligt tussen 3 a 5 m (afb. 9b) en waarschijnlijk 17 m. op de plaats waar in het vlak drie palen werden aan- 8. In het totaal werden 1 rand- en 23 wandfragmenten Badorf-aardewerk verzameld, 1 rand- en 3 wandfragmenten Pingsdorf-, 1 randfragment Paffrath- en 1 rand- en 5 wandfragmenten kogelpotaar- dewerk. De overige vondsten bestonden uit botsplinters en twee kleine randstukken van een maal steen van tefriet (dikte 4 cm). 121

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 159