van de burcht het houtwerk uitstekend bewaard gebleven was. De aangetroffen
balken en palen behoorden ongetwijfeld tot een van de (in de lie of 12e eeuw
gebouwde) huizen. De indruk bestond dat, nadat de wal buiten functie was ge
raakt, het burchtterrein spoedig was opgehoogd met klei- en duinzandplaggen tot
in de 1 le en 12e eeuw een hoogte was bereikt van 1,5 tot 2 m boven N.A.P. Meer
naar het centrum van de burcht, aan de achterkant van het Badhotel, was in 1987
al geconstateerd dat de woonniveaus uit deze periode daar nog hoger waren gele
gen en wel op 3,5 tot 4 m boven N.A.P. Gedurende de bewoning stoof vanuit het
westen voortdurend zand over het terrein.
Het centrum van de burcht, waarvan we aannemen dat hij cirkelvormig is, ligt
op de middelloodlijn van de twee vaste 'walpunten' die we dit jaar langs archeo
logische weg hebben verkregen. Betrekken we de ligging van het door Huizinga
genoemde toponiem 'de Wal' van de kaart van Comelis Goliath uit 1648 erbij,
dan ligt het centrum waarschijnlijk aan de zuidzijde van het Groentje, waar de
Domburgseweg, de Ooststraat, de Badstraat en de Schuitvlotstraat samenkomen.
Gerekend over de buitenzijde van de wal komen we zo op een diameter van de
versterking van 265 m (afb. 8). De burcht is daarmee groter dan de burchten van
Middelburg (220 m) en Oost-Souburg (144 m) op Walcheren en Burgh (200 m)
op Schouwen-Duiveland. Nu de ligging van de burcht bekend is, treft ons boven
dien het kruisvormig wegenpatroon van eerder genoemde straten, een verschijn
sel dat ook van de andere burchten bekend is en waarvan in Oost-Souburg ar
cheologisch is vastgesteld dat het teruggaat tot de tijd waarin de burcht bewoond
werd.
De naamsafleiding Domburg - duinburcht is door de ontdekking van de ronde
burcht nu zeker geworden. De landschappelijke ligging van de versterking is
identiek aan die welke bij de ronde burcht van Burgh op Schouwen werd aange
troffen. Beide liggen aan de binnenrand van de toenmalige duinen op de over
gang naar het pas drooggevallen kleigebied dat nu onder de naam 'Oudland' be
kend staat. De burcht is in de vergetelheid geraakt doordat hij al vroeg onder het
duinzand aan het oog werd onttrokken. Radiokoolstofdateringen van twee houten
palen en het skelet zullen duidelijk moeten maken of de duinburcht eerder is op
gericht dan de zuidburcht (Oost-Souburg) en de middelburcht (Middelburg). In
ieder geval kunnen we er zeker van zijn dat de burcht in het laatste kwart van de
9e eeuw al bestond. Waarschijnlijk werd er aanvankelijk niet in gewoond en was
het een echte vluchtburcht. Mogelijk in de 10e, maar zeker in de 11e en 12e
eeuw werd het hele binnenterrein opgehoogd en vond bewoning plaats12.
Haamstede - Westerenban
In december werd door B. Oele (PDB) en J. Beijersbergen (Provinciale Water
staat) de jaarlijkse verkenning uitgevoerd in het stuifduinenreservaat. Het verza
melde aardewerk van het blootgestoven oudoppervlak was van iets jongere ou
derdom dan vermeld in het jaarverslag van de ROB en de archeologische kroniek
over 1990. Zo ontbraken bijvoorbeeld het Hunneschans- en het grove kogelpot-
aardewerk.
12. Voor een eerste verkenning van de historische betekenis van de ontdekking zie Van Heeringen,
'De ontdekking van de duinburcht'.
124