in 1992 voortgezet. Daarnaast was er een reguliere begroting van 5.700.- van
de begunstigers, 3.200.- aan rente van de fondsen Verbrugge, Loeff, Berdenis
van Berlekom en De Hullu, alsmede 4000,- van een door één van de leden ge
schonken lijfrente. Met deze bedragen konden tal van kleinere aankopen worden
bekostigd, waarover de conservatoren in de deelverslagen nader berichten.
Over de afzonderlijke afdelingen berichten de conservatoren als volgt:
Boeken en Handschriften
De subconservator Handschriften mr W. Dirksen bericht mede namens de con
servator dr F.F.X. Smulders als volgt:
De boekenbeurs, waarover in het verslag over 1990 werd bericht, heeft welis
waar een niet onaanzienlijke hoeveelheid boeken opgeleverd, maar het grootste
deel daarvan bestaat uit werken van weinig of geen historische belang; het betreft
onder meer verouderde studieboeken en werken welke op zich wel interessant
zijn, maar in matige of slechte staat van onderhoud verkeren. De conservatoren
willen overigens met erkentelijkheid vermelden, dat ook boeken van goede kwa
liteit. soms zelfs betrekkelijk waardevolle, ten behoeve van de boekenbeurs zijn
afgestaan. Omdat er rekening mee moet worden gehouden, dat de meeste boeken
bij een verkoopactie geen koper zullen vinden, is tot op heden, mede gelet op de
kosten van het drukken van een lijst en andere met een actie gepaard gaande kos
ten, verkoop achterwege gebleven. Wil de opzet van de boekenbeurs - de bijeen-
brenging van gelden ten behoeve van de verzamelingen - kans van slagen heb
ben, dan zullen de aangeboden boeken in het algemeen van betere kwaliteit
moeten zijn dan tot op heden het geval is geweest.
De verzameling Handschriften kon met enkele belangwekkende aanwinsten wor
den uitgebreid. Van mevrouw drs C.H. Borghouts-Biersteker werd een klein laat
middeleeuws handschrift verkregen, dat vermoedelijk uit de tweede helft van de
vijftiende eeuw stamt. Het handschrift, dat geen titel of auteur draagt, heeft tot de
kring van de kartuizer orde behoord en bevat twee betogen waarin nalatige gees
telijken worden berispt. Het is indertijd uit de muur van een boerderij in
Zeeuwsch-Vlaanderen te voorschijn gekomen. Een korte, geïllustreerde beschrij
ving van het handschrift in opgenomen in Zeeland, jrg. 1nr 0, blz. 36-37.
Voorts werd van de heer en mevrouw Duyneveldt-Jansen een genealogisch hand
schrift uit de achttiende eeuw verworven, dat in het algemeen tot in de negen
tiende eeuw is bijgehouden (een enkel onderdeel tot in de twintigste eeuw). Het
handschrift bevat tal van gegevens over aan elkaar verwante Zeeuwse families,
vooral in Middelburg, met als verbindend element de familie Van den Driessen
Mareeuw.
Van dezelfde schenkers werd nog een ander genealogisch handschrift verworven,
eveneens uit de achttiende eeuw daterend, dat aansluit bij het hierboven ver
melde manuscript.
Tot slot schonken dc heer en mevrouw Duyneveldt-Jansen een gedrukt bota-
nisch-chemisch proefschrift van de hand van W.P.H. van den Driessen Mareeuw,
getiteld Uber die Samen von Barringtonia speciosa (Gaertn) (Universitat Bern)
(Utrecht, 1903).
Ten gevolge van een wijziging in het conservatorschap van de afdeling is in het
verslag over 1988 de vermelding van de volgende, eveneens in dank ontvangen
aanwinsten voor de verzameling handschriften achterwege gebleven. Van de heer
Smit te Peize werden brieven van Hendrik Willem van Loon en van diens tweede
XVII