Zilver. Er is een representatieve verzameling zilver. Voor de topstukken, zoals
rijk versierde zilveren bekers, geldt wat voor de schilderijen van de Breughel-
groep is gezegd. Het Genootschap kan echter met betrekking tot gebruikszilver
een actief beleid voeren. Een in tijd gespreide verzameling bestek-zilver zou een
waardevolle aanvulling op de bestaande verzameling vormen. Daarnaast zouden
af en toe ook stukken van grotere waarde kunnen worden verworven, zoals enige
jaren geleden het zilveren inktstel van de familie Ackermans.
Brons, messing en ijzer. Met een systematische benadering valt op dit punt nog
veel te verwerven. In de bodem worden regelmatig nog goed geconserveerde ob
jecten gevonden - de Zeeuwse herkomst staat dan duidelijk vast - die representa
tief zijn voor bepaalde ambachten of getuigen van handvaardigheid en goede
smaak. Plaatsgebonden interieuronderdelen, bij voorbeeld versierde sloten, deur
kloppers e.d., verdienen ook de aandacht. De tijd is nabij dat dit alles zal zijn
weggerestaureerd. Er is geen representatieve verzameling kerkkoper en evenmin
een overvloed aan koperen objecten van huiselijke herkomst. Hetzelfde geldt
voor bronzen voorwerpen, zoals vijzels. Bronzen geschut is in de Genootschaps
collectie niet aanwezig.
Glas en keramiek. Ook hier dient men zich vooral te oriënteren op ter plaatse ge
vonden materiaal, eventueel aangevuld met identieke objecten uit de handel. Veel
belangrijk materiaal berust bij amateur-opgravers, en het is van belang dit voor
de collectie veilig te stellen voordat het in de anonimiteit van de handel ver
dwijnt. Een grote lacune is het ontbreken van een uit lokale vondsten bestaande
tegelverzameling. Vooral voor de oudere soorten, de zestiende- en zeventiende-
eeuwse majolicategels, wordt het aanbod mager. Een dergelijke collectie kan ook
bijdragen aan het wetenschappelijk onderzoek naar de herkomst. Nog steeds is
niet zeker in welke plaatsen deze tegels werden gefabriceerd.
Het is niet mogelijk alle categorieën gedetailleerd te omschrijven. Het gaat hier
om het uitzetten van een grote lijn, enerzijds om aan te tonen dat er nog belang
rijke lacunes in de collecties zijn, anderzijds om toekomstige verwervingen, het
zij schenkingen, hetzij aankopen, te kunnen toetsen aan het uitgezette beleid.
drs J.H. Kluiver, hoofdconservator.
XXVII