is overgeleverd in een kopie uit ca 1470, spreekt van super Hernet in Zuydhord OBHZ Kruisheer III. 1176). Uit de context blijkt duidelijk dat het hier niet kan gaan om het Haringvliet. Mogelijk heeft in het origineel *Hernis gestaan. De naam Haringvliet hoort mijns inziens niet thuis in de rij der -/«gefnj-namen. Hij is in tegendeel gevormd als een samenstelling van het grondwoord vliet 'water loop in getijdengebied' met de visaanduiding haring. Zijn betekenis kan om schreven worden als 'vliet die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van ha ring'. Dat we tegenwoordig bij deze naam het lidwoord het aantreffen is een latere ontwikkeling, die waarschijnlijk onder Rotterdamse invloed tot stand is ge komen (Rentenaar 1990a, 87). Overigens is de naam van het Haringvliet bepaald niet uniek in het Deltagebied. Ik noem verder nog a. 1279 Harincvliet, naam van een verdwenen kreek ten noorden van Kattendijke (Obreen 1929, 264; Dekker 1971, 117); a. 1438 dArincvliet, naam van een water bij Zaamslag (De Mul 1932, 115); a. 1344 den Harinckvlietnaam van een water in Beoostenblij (Gottschalk 1984, 260). Bij deze laatste naam denkt Gottschalk aan een samenstelling met de Gentse familienaam Harink. De Hebbinge, onbekend water bij Oud- of Nieuw-Vossemeer, a. 1462 Heb- binge (Delahaye 1969, 362). Delahaye veronderstelt dat dit water identiek is met de Hellinc Vliet. Tenzij er sprake is van een kopieerfout, is deze identificatie naamkundig niet mogelijk. De verklaring van de naam Hebbinge geeft proble men. Weliswaar kent het Middelnederlands een woord hebbinge 'bezit', 'bezit ting', 'houding', 'uiterlijk', 'gestalte', maar ik kan mij dit niet zo goed voorstel len in de functie van waternaam MNWB III, 202-203). Wellicht is de h- in de naam hypercorrect en moeten we uitgaan van de vorm *Ebbinge. De heerlijkheid Vossemeer ligt midden in het gebied waar de -h- niet wordt uitgesproken. Dit leidt in de schrijftaal soms tot vormen waarin die -h- ten onrechte wordt geschre ven. Is mijn vermoeden juist, dan kunen wij misschien denken aan een afleiding bij het woord ebbe, waarbij de betekenis van de naam dan ongeveer omschreven kan worden als 'water waar de eb nog merkbaar is'. Semantisch zou de naam dan in dezelfde getijdensfeer passen als de verdwenen water- respektievelijk dorps naam Agger bij Rilland, die voortkomt uit het appellatief agger 'navloed' (Schönfeld Wn, 229). De Hessinge? Een tekst uit 1278 spreekt van land 'in den poire over Hes- singhe(Gysseling Corpus I, 395; Gottschalk 1984, 119, 155). Mogelijk was Hessinge een waternaam, maar bij gebrek aan nadere gegevens durf ik er niet meer over te zeggen. De Hinwardinge, verdwenen waterloop bij Kloosterzande, a. 1228 rivus qui dicitur Hinwardingha Cronet Cart, de Dunis 1864, 533); a. 1241 kop. Hing- wardinghe, Inwaerdinghe (Cron. et Cart, de Dunis 1864, 320); a. 1254 iuxta Hindwardingham(OBHZ Kruisheer II, 1003). Dit lijkt mij een van die gevallen waarbij een afleiding van een persoonsnaam tot waternaam is geworden. De vorm Hinward is bij mijn weten verder niet geattesteerd, maar hij lijkt mij via Heinward Heimward te zijn ontstaan uit Heimward *Haimiward (Vgl. Kauf- mann 1968, 166-167). De Homondinge, verdwenen waterloop ten zuidwesten van Temeuzen, derde kwart dertiende eeuw die Homondinghe (Gysseling Corpus I, 292). Ook dit lijkt mij een afleiding van een persoonsnaam, en wel van *Homond Hamond (Förs- temann PN, 721). 10

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 44