gum, -ingas en -ingja tot -ingahaim-namen zijn omgevormd.
Het aantal -inghem-namen in Zuidwest-Nederland is niet groot. Uit een oog
punt van naamvorming blijkt het eerste lid van deze samenstellingen te bestaan
uit afleidingen bij over het algemeen uiterst zeldzame persoonsnamen. Kenmer
kend is verder dat de meeste plaatsen die een dergelijke -inghem-naam dragen,
niet of moeilijk zijn te lokaliseren. Ik heb de volgende namen genoteerd:
Boeiengem, verdwenen bij Oostburg, a. 1265 Lonis van Boeienghem (Gysse-
ling Corpus I, 87). Persoonsnaam Bojo (Gysseling 1953-54, 32).
Coninchem, verdwenen op Noord-Beveland. a. 1288 kop. Coninchom OBHZ
Van den Bergh II, 638); a. 1318-19 Coninchem (RZ I, 71). Persoonsnaam Cono
(vgl. Marynissen 1986, 173-175). Dekker veronderstelt, dat Coninchem de latere
naam is van Kuddinchem, maar daarvoor ontbreken de naamkundige argumenten
(Dekker 1971. 33).
Evergem, verdwenen in de Genderdijkse Polder, a. 1289 in loco qui dicitur
Everghem (Gottschalk 1984, 211-212). Persoonsnaam Ever (zie s.v. Everinge).
Dit is wellicht een twijfelgeval. Gottschalk suggereert namelijk, dat de naam hier
zou zijn gegeven omdat de heren van Evergem er bezit hadden. In dat geval zou
er sprake zijn van een herkomstnaamtoponiem en zou de naam niet in deze op
somming thuis horen.
Gorichem, verdwenen bij Beoostenblij, ca 1260 Gorinchem. Persoonsnaam
Goro (Gysseling 1953-54, 32).
Hondegem, voormalig ambachtje te Serooskerke, a. 1271 Hondigghem OBU
IV, 1812); a. 1615 Hondegem (Tack 1934, 79). Persoonsnaam Hondo <Hundo
(vgl. Gysseling TW 507).
Kuddinchem, verdwenen op Noord-Beveland, a. 1298 Kuddinchem OBU V,
2890). Persoonsnaam Kuddo (vgl. Angelsaksisch Cuclda, Dodgson 1970, 52).
Zie de opmerkingen bij Coninchem.
Lievegem, verdwenen te Hontenisse, a. 1375 een stede die men heet Lieveg-
heem (Gottschalk 1984, 316). Persoonsnaam Lieve bij de Germaanse stam
Leuha- (Kaufmann 1965, 180).
Mallegem, buitenplaats bij Vlissingen, a. 1750 Mallegem, a. 1864 Maldergem.
Vroeger heb ik deze naam voor een vernoemingsnaam aangezien, maar ik moet
toegeven dat het vernoemingsmotief, naamspeling, een vrij gekunstelde indruk
maakt (Rentenaar 1984, 389). Is dit misschien toch een oude -inghem-naam?
Meulegem, verdwenen boomgaard te Zandijk, a. 1566 hoogart genaemt Meu-
legem (Veldnamen Serooskerke 1989, 25); a. 1581 Mullegem, a. 1630 Muelegem
(Tack Mat). Persoonsnaam Muli (vgl. Kaufmann 1968, 261).
Musegem, verdwenen te Beoostenblij, a. 1420 Museghem. Persoonsnaam
Müso (Gysseling 1953-54, 32).
Pantegem, bouwland te Westkapelle, a. 1946 P ante gem (Vragenlijst 1 1946, 1
58; Faase 1989, 9). Persoonsnaam Panto bij de Germaanse stam Banda (Kauf
mann 1965,41).
Sottegem, buitenplaats te Vlissingen, a. 1750 Sottegem. Vroeger heb ik deze
naam voor een vernoemingsnaam aangezien, maar net als bij de naam Mallegem
ben ik gaan twijfelen (Rentenaar 1984, 394). Is dit misschien toch een oude -ing
hem- naam?
Het is een mager groepje -inghem-namen dat zich bijeen laat brengen. Zij heb
ben met elkaar gemeen, dat de persoonsnaam in het eerste lid steeds een verkorte
vorm toont, wat mogelijk een aanwijzing kan zijn voor de relatief lage sociale
21