Afb. 9. Het beeld van de apostel Petrus, voor- en zijaanzicht. ren in de ingangspartij. In de deurposten bevinden zich ter halver hoogte kepen ten behoeve van een dwarsverbinding. In de drempel bevindt zich in het midden een inkeping, een dito in de bovenpost, wat wijst op de aanwezigheid van een middenstijl. Mogelijk was er een periode dat voor de deur een vaste toonbank was geplaatst met luiken daarboven. De wanden aan de binnenzijde waren blijkens sporen van bevestiging van wandbeschot voorzien. Wellicht was de tussenruimte met isolerend materiaal op gevuld. Op het zolderniveau zijn dergelijke sporen niet waargenomen. In de mid deleeuwse periode was de voorgevel geïmpregneerd met lijnolie, zonder pig ment. Dit kon op verschillende plaatsen worden vastgesteld. Onder de 17e- eeuwse zandsteenbeschildering werd slechts verharste lijnolie aangetroffen. Ook het Petrusbeeld in de voorgevel was op deze wijze behandeld: er zijn geen kleursporen op aangetroffen, wel dikke lagen van druipsel van lijnolie onder de overstekende gedeelten. Wel zal de gevel in zoverre een kleureffect hebben ge had, dat roet en vuil in combinatie met de bruine lagen lijnolievernis de gevel een zwartbruin aanzien zullen hebben gegeven. Een teerlaag, zoals op de houten zijgevel in de Spuistraat, is nergens aangetroffen. Het teren van houten gevels werd trouwens meestal verboden". Hoewel de gegevens niet zeer volledig zijn, kunnen we ons toch nog een dui delijk beeld vormen van het huis waar de gevel eens deel van uitmaakte. Het was een huis van het type dat in Middelburg veelvuldig langs de kaden voorkwam. 14. Waarschijnlijk berustte dit verbod op het verhoogd brandgevaar van het met koolteer bestreken hout. 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1992 | | pagina 79