Het voorste gedeelte lag op het hoge straatniveau, aan de achterzijde was het aan
het lagere niveau van het binnengebied aangepast met een van ramen voorzien
keldergedeelte. In het hoge voorhuis werd het bedrijf uitgeoefend, de achterka
mer werd gebruikt voor dagelijkse bewoning en de bovenvoorkamer diende als
representatief vertrek15. Het huis had raampartijen verdeeld in met luiken be
schermde onderramen, vrijstaande bovenramen met glas van mindere kwaliteit.
De gevel was zwartbruin van tint. In de 17e eeuw was het houtskelet in zand-
steenkleur geschilderd, waarschijnlijk met deuren en luiken in de geijkte kleuren
groen en roodbruin. Begin 19e eeuw was het skelet van de onderpui in oker ge
schilderd met groene deuren en bruinrode luiken; het skelet van de etage en de
zolderverdieping was in zandsteenkleur geschilderd, het beschot slechts met lij-
nolievernis behandeld.
Restauratie van de gevel in 1875
De beperkende bepalingen met betrekking tot houten gevels hadden op de lange
duur een radikaal effect. Al werd meestal nog wel toestemming voor herstel ver
leend, op den duur prefereerde iedere eigenaar toch een stenen huis. Begin 18e
eeuw waren er in Middelburg nog zo'n 78 huizen met houten gevel, in 1875 was
de gevel in de Lange Delft nog de enige houten voorgevel en de gevel in de
Spuistraat de enige houten zijgevel.
In deze tijd begon juist een verandering op te treden in de waardering voor het
cultureel erfgoed. In de eerste helft van de eeuw waren vele gebouwen gesloopt
maar door het ageren van Victor de Stuers begon een kentering op te treden. In
Zeeland was op het gebied van de bouwkunst sinds 1860 de Commissie tot het
opsporen, het behoud en het hekend maken van de overblijfselen van kunst en
oudheid in Zeeland actief. Een belangrijk wapenfeit van deze commissie was het
behoud van de Grote Kerk te Veere. In overleg met De Stuers richtte zij in 1875
met succes een verzoek tot de Tweede Kamer om teruggave van de kerk aan de
Hervormde Gemeente af te wijzen - deze was voornemens het gebouw te slopen.
Ook de houten gevel trok de aandacht van deze commissie en zij wist te bewerk
stelligen dat de gemeenteraad aan de eigenaar een subsidie verstrekte om tot her
stel over te gaan: de eerste restauratie in Middelburg! Doordat de commissie ook
zorg droeg voor documentatie van monumenten en zijn tekeningen deponeerde
in de historisch-topografische atlas Zelandia Illustrata zijn we goed geïnfor
meerd over deze herstelling. J.F. Schütz vervaardigde een nauwkeurige tekenin
gen van de toestand vóór en na de restauratie en ook liet men een foto van de ge
vel met de aangrenzende straatwand maken16.
Voor die tijd mag het een nauwgezette restauratie worden genoemd; thans zou
het vanzelfsprekend anders zijn gegaan. Wat met name stoort in de vernieuwde
staat, is het verticale verloop van de planken tegen de geveltop. In plaats van het
gebruikelijke gladde oppervlak hebben zij ook de profilering van het wandbe-
schot. Door deze verticale 'arcering' hebben het dak en de driepas niet hun type
rend afsluitend effect. Ook de bekleding onder de vensters heeft dit nadeel. Hier
15. Inzicht in indeling en gebruik geven ook de inventarissen van de in 1566 geconfisqueerde hui
zen van gevluchte protestanten. Hierbij zijn ettelijke huizen aan de Lange Delft. RAZ, Archief Re
kenkamer II, inv. nrs 101, 102, 112.
16. RAZ, Zelandia Illustrata II, 717-719. Nr 718 is niet gesigneerd maar mag aan J.F. Schütz wor
den toegeschreven.
46